Béatrice et Bénédict in Parijs
De Parijse Opéra-Comique draagt de Franse opera hoog in het vaandel. Een klassiek voorbeeld is Béatrice et Bénédict, die momenteel opgevoerd wordt. In tegenstelling tot andere opera's van Berlioz - in de eerste plaats La damnation de Faust en Les Troyens - wordt Béatrice et Bénédict niet zo vaak scenisch opgevoerd. De talloze gesproken dialogen zijn daar waarschijnlijk "schuldig" aan.
In deze productie had de regisseur Dan Jemmett de idee om de opera als een poppenkast te beschouwen. Alle personages zijn levensgrote marionetten die door de poppenmeester Alberto geleid worden. Alberto, gespeeld door Bob Goody, citeert ook regelmatig Engelstalige fragmenten... waarvan ik veronderstel dat die afkomstig zijn uit Shakespeares "Much ado about nothing", waar Béatrice et Bénédict op gebaseerd is.
Het is een leuk uitgangspunt en het levert kleurrijke tableaus op. Maar het is onvermijdelijk dat de enscenering wat houterig en statisch overkomt. De meeste aria's worden in stilstand gezongen en - vooral in het eerste bedrijf - afgesloten met een dansje. De hectische manier van bewegen met korte snelle stapjes begint op den duur wel te vervelen.
Het tweede bedrijf is uiteraard meer van hetzelfde, maar komt wel sterker over. Er zijn wat minder interventies van Alberto en muzikaal is dat bedrijf ook van een hoger niveau.
De kentering was al begonnen met het duet van Ursule en Héro aan het einde van het eerste bedrijf. Het tweede bedrijf begint weliswaar met wat kolder van Somarone die zijn drinklied "Le vin de Syracuse" improviseert... vertolkt door Michel Trempont, één van de weinige Franstalige zangers in de overwegend angelsaksische bezetting. Maar daarna volgt een delicieuze opeenvolging van de aria van Béatrice en het vrouwentrio van Béatrice, Héro en Ursule "Je vais d'un coeur aimant" om te eindigen met de huwelijksscène.
De homogene bezetting is degelijk en scoort boven het gemiddelde, alhoewel ze niet het niveau haalt van de concertante uitvoering vorig seizoen in het Théâtre des Champs-Elysées. Emmanuel Krivine dirigeerde La Chambre Philharmonique, een ensemble dat op epoque-instrumenten speelt. Net zoals de enscenering levert dat een kleurrijk klankenspectrum op.
Ondanks de Britse achtergrond van de hoofdrolspelers zingen ze allemaal behoorlijk Frans. Ook de dialogen worden goed verstaanbaar geprojecteerd, zij het dat er af en toe een vreemde tongval hoorbaar is.
De ster van de avond was Christine Rice als Béatrice. Ondanks haar marionettenuitbeelding zong ze haar grote aria "Il m'en souvient" met veel inleving en een mooie ronde stem. De Bénédict van Allan Clayton zong mooi Frans en met een goede hoogte, alhoewel "Ah! je vais l'aimer" wel wat meer doorzetting kon hebben. Ailish Tynan was Héro. Zij begon terughoudend en met weinig vuur aan "Je vais le voir". In het slotdeel kwam er wat meer expressie in haar vertolking, maar haar coloraturen sprankelen maar weinig.
Op 6 maart zendt France Musique de voorstelling rechtstreeks uit.
Publicatie: zaterdag 27 februari 2010 om 09:47
Rubriek: Opera