La Cenerentola in Parijs
De huwelijksperikelen van de Alagna's laten zich voelen tot in Parijs. Het feit dat Elina Garanca in New York was ingesprongen voor Carmen, is waarschijnlijk de reden dat ze haar voorziene reeks Angelina's in het Théâtre des Champs-Elysées afgezegd heeft. Ze werd vervangen door Vivica Genaux.
Vivica Genaux heeft nog altijd een visueel storende manier van zingen. Ze doet allerlei vreemde dingen met haar kinnenbak tijdens het zingen van coloraturen... wat er allemaal heel vermoeiend uitziet. Het resultaat is wel in orde, alhoewel ik haar speciaal timbre eerder geschikt vind voor travestie-rollen dan voor Angelina.
In de rol van de prins, konden we genieten van Antonino Siragusa. Hij werd nog niet opgepikt door een of ander platenlabel, waardoor hij niet de bekendheid geniet van andere Rossini-tenoren. Maar dat maakt hem daarom niet minder boeiend. Voor zijn interactie met Angelina, zingt hij zoetgevooisde klanken. Maar hij is ook in staat om op een overtuigende manier zijn woede tegenover haar stieffamilie uit te drukken. In "Si, ritrovarla" bloeien zijn hoge do's (en zelfs nog hoger, denk ik) schitterend open.
Je kan allerlei kwaliteiten toedichten aan Stéphane Degout, maar die van een Rossini-zanger hoort daar niet bij. Hij is best wel grappig als de verklede Dandini, maar Rossini-coloraturen zijn niet helemaal hetzelfde als die van Mozart. Vooral in zijn operningsaria "Come un' ape ne' giorni d'aprile" is hij soms wat slordig.
Pietro Spagnoli was een goede Don Magnifico. Zijn droomaria "Miei rampolli femminini" ging nog wat moeizaam. Maar als de dronken keldermeester zingt hij wel een schitterende "Intendente, reggitor". Ildebrando D'Arcangelo zong een clowneske Alidoro... en daarmee komen we bij de regie van Irina Brook.
Don Magnifico is de uitbater van een Italiaans volkscafé - "Bar Magnifico" - waar Angelina achter de toog staat. Het paleis van de prins is een strak ingericht appartement in Manhattan. De handeling kan ergens in de jaren 1970 gesitueerd worden. Dit uitgangspunt werkt wel, aangezien alle essentiële verhoudingen tussen de protagonisten bewaard blijven.
Ik heb wel problemen met de invulling van de rol van de Alidoro. Hij regelt alles, maar gaat daarin wat te ver. Op de meest onmogelijke momenten duikt hij op en doet hij wel iets onnozels. Dat gaat van het in scène zetten van het slotensemble van het eerste bedrijf over belachelijke dansjes tijdens de aria's tot tegen muren lopen in pure slapstickstijl. En zoals het een goede "fee" betaamt, fladdert hij op het einde met engelenvleugels. Irina Brook heeft blijkbaar veel verbeelding, maar het had gerust wat minder mogen zijn...
Publicatie: zaterdag 6 februari 2010 om 09:33
Rubriek: Opera