Il Grand' Inquisitor

Yevgenij Onegin in Bremen

De Tchaikovsky-cyclus van de Vlaamse Opera begon vorig seizoen met Mazeppa. Deze cyclus is een co-productie met het Theater Bremen, waar vorig weekend deel twee - Yevgenij Onegin - in première ging. Tatjana Gürbaca heeft er een boeiende voorstelling van gemaakt die aanzet tot nadenken, maar waarvan de bedoeling van een paar ideeën mij niet altijd even duidelijk was.

Gürbaca verplaatst de handeling naar een 20ste-eeuwse Russische kolchoz, waar Larina de bazin is. In een keurig vierkanten patroon - ook al een kenmerk in Mazeppa - zit de plaatselijke bond van gepensioneerden fruit te kuisen voor de confituur die ze aan het maken zijn.

Om een of andere reden, krijgt het oogstlied vervolgens de dimensies van een protestkoor. Uit het koor treden ook een jongen en een meisje naar voren die gekleed zijn als een huwelijkspaar. Het bruidsboeket dat ze weggooit, wordt door Tatiana opgevangen. Het is me ook niet duidelijk waarom dit koppeltje door twee mentaal gehandicapten gespeeld wordt. Misschien dat de kolchozen zo'n gesloten gemeenschap is waar voor iedereen gezorgd wordt ? om over inteelt nog maar te zwijgen...

Dat koppeltje komt ook nog terug in de dromen en nachtmerries van Tatiana tijdens haar briefscène. Het koppeltje is omringd door mannen met de koppen van onder andere een bok of een wolf (nog een beeld dat ik nog niet meteen kan plaatsen). In die dromen duikt ook Onegin op, die ze met een pijl uit een boog lijkt neer te willen schieten, maar het is het meisje dat getroffen wordt.

Opvallend is dat Gürbaca Tatiana geen brief laat schrijven. Op het einde van haar scène snijdt ze haar paardenstaart af en steekt hem in een pralinedoos om haar haar - zeg maar haar vrouwelijkheid - op te sturen naar Onegin. Aangezien ze letterlijk een deel van zichzelf aan Onegin gegeven heeft, komt zijn afwijzing nadien des te harder aan. Het kersenplukkoor komt tussen deze twee scènes. De meisjes lachen Tatiana uit omdat ze haar haar afgesneden heeft, ze trekken een wit laken over haar en besmeren het met kersenconfituur. Dat bevlekte laken lijkt me ook een symbool van Tatiana's verloren maagdelijkheid. Als ze zich losmaakt uit dat laken, lijkt ze hergeboren te worden en net op dat moment arriveert Onegin om haar af te wijzen...

De briefscène is de centrale scène van de hele opera en ik vind het briljant wat Tatjana Gürbaca ervan gemaakt heeft.

De uitgelaten sfeer op Tatiana's naamfeest contrasteert fel met de vorige emoties. Die scène speelt zich in deze productie af in een sauna. Dat klinkt misschien knettergek, maar tot mijn grote verrassing bleek dat wel goed te werken. Ik kan me bijvoorbeeld best voorstellen dat een sauna in bepaalde delen van Rusland dezelfde sociale functie heeft als in de Scandinavische landen. Tijdens dat feest ontpopt monsieur Triquet zich tot de grapjas van de familie en in plaats van een ode te brengen aan Tatiana, orkestreert hij een drinkwedstrijd met -uiteraard- vodka. Als Olga en Onegin tijdens het feest met een witte ballon spelen, slaan bij Lenski de stoppen door.

In de duelscène is Lenski gekleed als een militair, op de grond liggen stapeltjes uniformen en legerbottines... weer in hetzelfde karakteristieke vierkanten patroon. Tijdens het duel gooit Lenski zijn pistool weg, duwt zijn hoofd tegen Onegins pistool dat plotseling afgaat. Het lijkt een ongeval te zijn. Pas na deze scène komt trouwens de pauze, waardoor de opera opgedeeld wordt in een heel lang begin en heel korte slotscène.

Voor het feest bij Gremin zijn we in een totaal andere omgeving. De bijeenkomst is een partijdag van de communistische partij. Tijdens de polonaise wordt een raket rondgedragen en gehuldigd, waarna lekker hypocriet een omhaling gedaan wordt voor het Rode Kruis. Op dat feest valt Onegin met zijn slonzig uiterlijk sterk uit de toon. Hij wordt op zijn beurt afgewezen door Tatiana, waarna de Gremins arm in arm de zaal verlaten terwijl witte ballonnen naar beneden vallen...

Deze productie zal volgend jaar vanaf maart in de Vlaamse Opera te zien zijn, maar wel met een volledig andere bezetting.

De (jonge) bezetting in Bremen was niet fameus. Eén grote uitzondering was de schitterende Tatiana van Nadine Lehner. Zij heeft een grote stem die ze perfect beheerst. Ze kan ook dat onbestemde "iets" in haar stem leggen waardoor ze kan ontroeren... zowel tijdens haar briefscène als tijdens haar dramatische afwijzingsscène van het laatste bedrijf.

Boris Dyakov leek aanvankelijk goed te zijn, maar snel werd duidelijk dat zijn forte meer geroep was en dat hij dan ook niet meer zuiver klinkt. Jared Rogers was als Lenski de ramp van de avond. Hij weet niet hoe hij ongeschonden door zijn registerovergang moet geraken, wat vooral in zijn liefdesverklaring aan Olga en in uitdaging van Onegin voor pijnlijke momenten zorgde. In "Kuda, kuda" gebruikt hij wel meer kopstem, waardoor die aria toch min of meer aanvaardbaar klonk. Ook de stem van Barbara Buffy (Olga) zat te veel in haar keel. Christian Hübner heeft daarentegen wel een fantastisch geluid en zingt mooie diepe noten als Gremin, maar zijn intonatie laat hem te vaak in de steek.

Op dat vlak, hoop ik dat de bezetting in Antwerpen/Gent beter is. Ik kijk wel al uit om Gürbaca's productie terug te zien.

Publicatie: zaterdag 21 november 2009 om 09:33
Rubriek: Opera