Il Grand' Inquisitor

Macbeth in München

De Opernfestspiele lijken dit jaar meer op een Verdi-festival. Alle opera's die ik deze week in München in het Nationaltheater meemaak, zijn van Verdi, met als eerste in de rij Macbeth.

De regisseur Martin Kusej is geen grote aanwinst voor de operawereld. Om te beginnen, slaagt hij er niet in om de verschillende scènes aan elkaar te binden. Na elke scène gaat het licht uit, stopt de muziek en gaat het doek dicht. Ik kan begrijpen dat dit nodig is bij een traditionele productie om bijvoorbeeld de ombouw van een bos naar het kasteel van Macbeth mogelijk te maken. Maar als hij een moderne enscenering maakt en daarenboven beschikt over een eenheidsdecor, dan getuigt dit van onkunde, of op zijn minst van een gebrek aan vakmanschap.

Meer specifiek weet hij ook geen blijf met de heksen, nochtans een van de belangrijkste rollen van de opera. De zangers weert hij van het podium en plaats hij ergens in de coulissen. Ze worden vervangen door zes kinderen. Tot daar kan ik hem nog volgen in zijn experiment, aangezien alles draait rond de opvolging van het koningschap.

Maar die zes kinderen zijn niet genoeg en dus zet hij een paar dozijn figuranten op scène, die niks zinnig bijbrengen. In de eerste heksenscène, waarmee de opera begint, jagen ze een denkbeeldige vlieg of mug weg. Als dat niet lukt, krijgen ze allemaal jeuk en beginnen ze zich overal te krabben. De scène eindigt onder een zware stroboscoopbelichting met een striptease en een vrijpartij. Als het doek daarna voor de eerste keer dicht gaat, worden ze onthaald op een oorverdovende stilte. In andere operahuizen zou waarschijnlijk een kabaal losbarsten, maar zo'n stilte is ongelooflijk sterk in de afkeuring die daaruit blijkt.

De tweede heksenscène aan het begin van het derde bedrijf is zo mogelijk nog onnozeler. De figuranten staan nu enkel gekleed in hun ondergoed, waarna ze allemaal naar het voorste deel van de scène komen en beginnen te urineren. Een beetje later verdwijnen ze en blijven enkel de kinderen over. Het ballet werd gelukkig geknipt... wie weet wat voor briljante invallen hij daarvoor nog bedacht zou hebben.

Als eerste verschijning wordt er een hoofd naar beneden gegooid. Even later wordt achteraan het podium een Duitse herdershond losgelaten, die naar het hoofd rent, het in zijn bek neemt en ermee in de coulissen verdwijnt. De helft van het publiek schiet in een lach, de hond krijgt een applausje... en de dramatiek van de hele scène is weg. Bij de laatste reeks voorspellingen komen een aantal half naakte vrouwen op en gaan rond Macbeth staan. Eerst halen ze een goocheltruuk uit door een plastieken jasje uit hun mond te toveren dat ze aandoen, daarna laten ze Macbeth leviteren. Het publiek ligt weer in een deuk. Ik kan me echt niet voorstellen dat Verdi de bedoeling had om met deze scène voor wat "comic relief" te zorgen.

Het had nochtans anders kunnen lopen. Martin Zehetgruber heeft een interessant eenheidsdecor ontworpen. Een grote vlakte ligt bezaaid met schedels, vooraan staat een tentje waarlangs de "heksen" of andere karakters kunnen op- of afgaan. En sommige ideeën van Kusej zijn best wel goed, zoals het gebruik van die kinderen als de heksen. Ze verschijnen ook tijdens Macbeths hallucinatie, terwijl ze een masker van Banco dragen. Eerder had Macbeth het hoofd van Banco in een zak aangereikt gekregen van de samenzweerders.

Nog een interessant detail komt in het eerste bedrijf nadat de Macbeths beslist hebben om de koning te vermoorden. Er fladdert een vlinder voorbij... Macbeth vangt die, maar Lady Macbeth neemt de vlinder af en vermorzelt hem, waarmee subtiel haar meedogenloosheid in de verf gezet wordt. Ook het gebruik van handschoenen valt op. Na de moord op Duncan (in die tent), verstopt Macbeth het bloed aan zijn handen met zwarte handschoenen. Na het bericht dat de koning vermoord werd, trekt Lady Macbeth lange zwarte handschoenen aan om zich over te geven aan hypocriete rouw. Tijdens haar slaapwandelscène probeert ze het bloed aan haar handen ook te verstoppen met handschoenen.

Er was gelukkig een sterk kwartet aan zangers gevonden. Van Zeljko Lucic weten we al dat hij één van de belangrijkste Verdi-baritons van het moment is. Zijn ruime en donkere stem is ideaal in de hallucinatiescène. Maar zijn grootste momenten komen op het einde. Met "Fuggi regal fantasima" zingt hij een grote waanzinscène vol intensiteit. "Pietà, rispetto, amore" is dan weer een klassieke aria, waarin vooral zijn legato centraal staat. Zijn laatste 'la morte o la vittoria' eindigt volgens de partituur met een hoge sol, maar het voelde aan alsof hij die topnoot een paar tonen hoger zong... een indrukwekkend einde.

Nadja Michael kennen we in België sind haar Médée in de Munt. Ze blijkt een onverwacht schitterende Lady Macbeth te zijn. Ze heeft verschillende grote aria's te zingen, die ze allemaal met de nodige inleving vertolkt. We horen haar het eerst als ze de brief van Macbeth declameert. Meteen valt de grootte en de projectiemogelijkheden van haar stem op. Haar opwinding in de aansluitende cavatina "Vieni t'affretta" zingt ze met het nodige gevoel voor belcanto met alle loopjes perfect uitgevoerd. Later in haar Brindisi laat ze zelfs een paar mooie trillers noteren en domineert ze heel die scène, ook als het koor in volle glorie zingt. "La luce langue" is aanvankelijk heel introvert, maar groeit in intensiteit als ze beslist heeft om ook Banco te vermoorden.

In de relatief korte rol van Banco hoorden we Roberto Scandiuzzi. De laatste keren dat ik hem gehoord heb, vond ik hem niet altijd even overtuigend. Ondertussen is zijn stem gerijpt en lijkt hij op het hoogtepunt van zijn carrière te zijn. Zijn stem is wat donkerder en zwarter geworden. Hij orgelt mooi in "Come dal ciel precipita" met stevige bastonen.

Ik heb Dimitri Pittas de eerste keer gehoord in de Met, ook als Macduff. In München zingt hij de romanza "Ah, la paterna mano" even uitstekend met aandacht voor legato, kleine portamenti en intelligente tekstvertolking. Hij heeft een volle lyrische tenorstem, die me wat doet denken aan de jonge Marcelo Alvarez. Ik kan me trouwens een vergelijkbaar carrièrepad voorstellen waarbij hij op langere termijn ook de zwaardere Manrico's en Riccardo's zal zingen. Hou deze man in de gaten, want goede Verdi-tenoren zijn een schaars goed...

Publicatie: woensdag 22 juli 2009 om 08:50
Rubriek: Opera