Der Wildschütz in Keulen
De kans om buiten Duitsland een voorstelling van één van Albert Lortzings opera's mee te maken, is zo goed als onbestaande. Zijn komische opera Der Wildschütz, oder die Stimme der Natur wordt als zijn beste creatie beschouwd. Een uitstapje naar Keulen om hun "nieuwe" productie van deze opera te zien, was dan ook onweerstaanbaar.
Het is bijna onbegonnen werk om de plot van Der Wildschütz samen te vatten. Als je de synopsis drie keer gelezen hebt, ben je nog niet zeker of je alles wel begrepen hebt... maar als je de opera live ziet, dan valt alles logisch op zijn plaats. Centraal staat een Graaf die er zijn hand niet voor omdraait om de lokale boerendochters amoureuze bezoekjes te brengen en wiens Gravin zich tekort gedaan voelt. Wie daarbij spontaan aan Le nozze di Figaro denkt, zit er niet ver naast. Er zijn nog wel meer parallellen... zoals de schoolmeester Baculus die verloofd is met Gretchen, die ook door de graaf belaagd wordt. Als op een bepaald moment een student in het dorp aankomt, verkleedt die zich als Gretchen om zo de graaf in het ootje te nemen, ala Cherubino.
En dan begint het ingewikkeld te worden. Want die student is eigenlijk een barones, die net weduwe geworden is, en tevens de zus van de Graaf is. De Graaf wil haar koppelen aan Baron Kronthal die om een of andere reden als stalmeester bij hem in dienst is. En die Baron is op zijn beurt de broer van de Gravin, maar niemand blijkt van elkaar te weten hoe die familierelaties in elkaar zitten. Uiteindelijk komt alles uit in de finale die zich afspeelt in het park van het kasteel... jawel, nog een Nozze-verwijzing.
Van die rustieke omgeving en dat kasteel is in de productie van Nigel Lowery die in 2005 in Stuttgart in première ging, weinig te merken. Wie zich Lowery's productie van Rinaldo in de Vlaamse Opera herinnert, heeft al enig idee over het humoristisch niveau dat we van hem kunnen verwachten. Zijn idee van humor bestaat blijkbaar in het uitdossen van de Baron als een Formule1-piloot (in het eerste bedrijf) of als een lakei in korte broek (in het tweede bedrijf), of de Graaf met zonnenbril en militair galakostuum op jacht te sturen, of de huismeester Pankratius een onhygiënische gebochelde kok te maken. Vooral het eerste bedrijf vond ik heel zwak met een stedelijke omgeving die hij probeert te vullen, maar dat weinig zinvol overkomt.
Voor het tweede bedrijf wordt het scènebeeld intiemer. In het kasteel van de Graaf is een theater gebouwd, ongetwijfeld ingegeven door de interesse van de Gravin voor de Griekse theatercultuur. In deze omgeving zijn er wel een aantal interessante vondsten... zoals de Gravin die dramatisch met wijdse gebaren over het podium paradeert, of duetten waarbij de ene zanger in het "theater" synchroon beweegt met de andere zanger buiten dat theatertje. Het was met andere woorden meer dan een half uur wachten eer het boeiend werd en eer ik mee was met het verhaal.
Dat kan ook wel te wijten geweest zijn aan de manier waarop ze met de dialogen omgingen. Vooral in het eerste bedrijf werden alle dialogen in een verfilmde versie weergegeven. De zangers en hun dialogen waren vooraf opgenomen en op een of andere muur of scherm werd die zwart-wit-opname dan getoond terwijl hun dialogen veel te luid door ouderwetse luidsprekers gestuurd werden. Dat deze oplossing niet nodig is om de zangers hoorbaar te maken, werd duidelijk in het tweede bedrijf. Alle zangers hadden geen enkel probleem om ook hun spreekstem verstaanbaar in de zaal geprojecteerd te krijgen. En meteen wordt de betrokkenheid en de homogeniteit van de uitvoering een stuk beter, in vergelijking met het belachelijk playbacken tegen een opgenomen klankband.
De bezetting bestond uit allemaal vaste zangers van de Keulse troupe. Wilfried Staber heeft een basstem met een ouderwets-Duitse buffo-schoonheid. Baculus heeft ook de (relatief) bekendste aria "Fünftausend Thaler" te zingen, waarin hij overweegt of hij zijn Gretchen aan de Baron zou verkopen of niet. Hauke Möller is soms wat schreeuwerig als Baron Kronthal. Miljenko Turk zingt een mooie Graf von Eberbach. Maar mijn oordeel van na zijn Wolfram - dat hij een luie tenor zou zijn - blijft door mijn hoofd spoken, telkens ik zijn zwakke laagte en stralende hoogte hoor. Aan de vrouwelijke kant van de bezetting was Claudia Rohrbach een spitant Gretchen en zong Viola Zimmermann een stijlvol-theatrale Gravin die echter soms wat focus miste. Maar ik was vooral onder de indruk van Katharina Leyhe als de Barones. Ze heeft een egale stem en brengt de nodige interpretatieve bagage mee om van elke aria iets unieks te maken.
Publicatie: maandag 9 maart 2009 om 19:06
Rubriek: Opera