Il Grand' Inquisitor

Idomeneo in Parijs

Gisteren ging Idomeneo in première in Palais Garnier, in een herneming van de productie van Luc Bondy met Thomas Hengelbrock in de orkestbak. Het was me echter vooral om de Idamante te doen...

De enscenering was niet veel zaaks met een lelijk en sfeerloos decor en een scènebeeld met overwegend zwarte en grijze tinten. Enkel Ilia en een paar van haar volgelingen droegen een wit jurkje. Het koor komt ongecontroleerd het podium opgestormd, de solisten lijken aan zichzelf overgelaten met molenwiekende armbewegingen (van vooral de Idomeneo) tot gevolg. Bij momenten leek het een repetitie... vermoedelijk te wijten aan de herinstudering door assistenten van Bondy, zonder dat de regisseur een oogje in het zeil hield. Die rommelige regie werd echter grotendeels gecompenseerd door de zangers, vooral dan de Idamante...

Paul Groves zong de titelpartij. De laatste jaren is zijn stem donkerder geworden en lijkt zijn vocaal zwaartepunt ook wat gezakt te zijn. Hij heeft een warm en kleurrijk middenregister, wat hij efficiënt kan inzetten in de talloze recitatieven die Idomeneo te zingen heeft. Zijn hoogte heeft wat ingeboet aan slagkracht, wat dan vooral in "Fuor del mar" tot uiting kwam. Om een of andere reden, had hij dan ook nog eens een hoog liggende variatie voor het da capogedeelte uitgekozen. Het is niet alsof hij echte problemen tegenkwam, maar hij had volgens mij beter iets comfortabelers kunnen proberen. Die versie op zich klonk trouwens ook niet logisch opgebouwd.

De twee rivales, Ilia en Elettra, waren redelijk goed bezet. Mireille Delunsch begint overmijdbaar te worden in Parijs en ik had geen al te hoge verwachtingen voor haar Elettra, maar ze deed het verrassend goed. Zelfs de killeraria "D'Oreste, d'Ajace" overleefde ze zonder kleerscheuren. Maar ik voelde in heel haar interpretatie van de rol weinig betrokkenheid. Camilla Tilling begon heel mooi met Ilia's eerste aria "Padre, germani, addio". Maar naarmate de avond vorderde, begon ze weg te zakken. "Se il padre perdei" was slaapverwekkend en voor "Zeffiretti lusinghieri" ging de balans met het orkest volledig de mist in... ofwel had Hengelbrock beslist om het orkest wat luider te laten spelen om de onstopbare babbelaars in een loge op het vierde balkon te overstemmen.

En tenslotte... Joyce DiDonato als Idamante. Ze beweegt wat onnatuurlijk over de scène, maar ze zingt wel de sterren van de hemel. Ze zingt met een zuivere lijn en hoeft niet te vervallen in allerlei truuks om emotie op te wekken. Ze beschikt over zoveel kleuren dat ze enkel met vocale middelen de diepere gevoelens van elke aria bloot kan leggen. Haar aria "Non ho colpa" is een goed voorbeeld. Ilia heeft Idamante net gezegd dat het niets kan worden tussen hen, gezien de vijandschap tussen hun respectievelijke landen. Als DiDonato dan zijn/haar teleurstelling uitzingt en de goden de schuld geeft, dan kan je daar niet onberoerd bij blijven. Na haar Béatrice eerder deze maand, bevestigt ze nog eens dat ze een van de grote lyrische mezzo's van het moment is.

Publicatie: zaterdag 28 februari 2009 om 10:34
Rubriek: Opera