Juan Diego Florez in Luik
De Waalse Opera heeft Juan Diego Florez kunnen strikken voor een concert. Michele Mariotti was de dirigent. Op het programma stond het verwachte belcanto-repertoire van Rossini, Bellini en Donizetti.
Vier ouvertures en slechts zes aria's leken aanvankelijk wat mager voor een concert, maar de fenomenale kwaliteit van Florez' stem compenseert dat volledig. Het blijft verbazen met welk gemak hij door de Rossini-coloraturen beweegt, hoe hij hoge noten zingt, met welk legato hij de lange Bellini-cantilenen zingt en met welke schoonheid hij affraseert. Daar bovenop is zijn dictie zo helder dat elke lettergreep verstaanbaar is, zowel in het Italiaans als in het Frans.
Voor iemand die zo "gemakkelijk" hoge noten zingt, is het dan weer vreemd dat die noten bijna allemaal hetzelfde klinken, met hetzelfde forte. Meestal is dat geen probleem, maar in Ange si pur uit La favorite stoort het wel. Hij zingt die volledige romance met een prachtig mezza voce, en op het moment dat er dan een hoge noot komt, dan springt die er veel te luid uit.
Een andere misrekening was de keuze om Asile héréditaire te zingen. Hij heeft weliswaar een aantal van Arnolds aria's uit Guillaume Tell opgenomen op zijn Rubini-CD, maar die zijn eigenlijk een categorie te zwaar voor hem. Vooral in de cabaletta van deze aria moet hij opboksen tegen het orkest en dan moet hij het onderspit delven. Nu, het moet wel gezegd zijn dat hij wel alle noten kan zingen zonder dat je vreest dat hij ergens tegen een plafond zal botsen... wat niet altijd even evident is voor zwaardere stemmen.
Florez' stem heeft een overwegende metalliek-kleur. Maar dan plotseling haalt hij pasteltinten boven in Tebaldo's cavatina È serbato, a questo acciaro uit I Capuleti ed i Montecchi. Net zoals bijvoorbeeld Deh tu m'assisti amore uit Il signor Bruschino, zijn het deze lyrische aria's waarin hij het meest indruk maakt. Er zitten wel niet zoveel hoge noten in en dus kreeg hij hiervoor veel minder applaus... ten onrechte.
Met zijn hoge-noten-paradepaardje Amici miei (hij zong inderdaad de Italiaanse versie van deze aria uit La fille du régiment) eindigde hij het officiële deel van het concert. Daarna volgden nog drie bisnummers. Hij begon relatief rustig met Una furtiva lagrima, inclusief wat ongebruikelijke variaties. Het was na het tweede bisnummer - de onvermijdelijke cabaletta van Cessa di più resistere - dat het publiek echt het kot begon af te breken en hem beloonde met een staande ovatie. Hij deed er dan nog een schepje bovenop met de Rossini-versie van La donna é mobile...
Publicatie: zaterdag 6 december 2008 om 10:31
Rubriek: Concert