IMKEB 2008 - Finale, dag 1
De eerste finale-avond van de Koningin Elisabethwedstrijd is meteen een van de meest gevarieerde met een bariton, een sopraan en een tenor. Ze zingen elk een zelf gekozen programma van een half uur met het Muntorkest, onder leiding van Kazushi Ono, achter zich. In vergelijking met vorige edities, waarbij een oratorium-programma gezongen moest worden voor de pauze, en opera en orkesterliederen na de pauze, is het nu een redelijk korte avond.
De bariton Lim Changhan (Zuid-Korea, 29 jaar) was eerst aan de beurt. Het is altijd interessant te horen hoe een zanger de transitie maakt van de intieme Conservatoriumzaal naar de Grote Zaal van het PSK. In zijn geval viel dat tegen. Zijn openingsaria Avant de quitter ces lieux klonk ver weg en ook de rest van de avond droeg zijn stem nooit echt.
In de vorige rondes had hij geen Verdi gezongen en nu zong hij meteen heel de sterfscène van Posa, alhoewel hij alle kenmerken van een Verdi-bariton ontbeert. Vooral in de hoogte benadert hij zijn noten soms langs onder en heeft hij niet de kracht om boven het orkest uit te komen, maar in Per me giunto probeerde hij iets wat van ver op een triller leek. Toen hij goed en wel O Carlo ascolta aan het zingen was, begon hij al vermoeid te klinken.
De rest van zijn programma was volledig Frans. Zijn studie in Marseille bij Gabriel Bacquier (ondertussen zijn summiere biografieën vrijgegeven op de website van de wedstrijd) heeft vruchten afgeworpen, want zijn Frans klinkt in allegeval heel idiomatisch... waarmee zowat alles gezegd is. Don Quichottes Chanson romanesque klonk niet altijd even juist en in Sois immobile interpoleerde hij een extra hoge noot, die hij beter achterwege gelaten zou hebben... In de eerste ronde was hij begonnen met Vision fugitive en hij eindigde de finale met dezelfde aria.
De sopraan Elizabeth Bailey (Groot-Brittanië, 28 jaar) klonk aanvankelijk beter in het PSK, waar haar stem iets minder schettert. In tegenstelling tot een overwegend saaie halve finale, klonk ze eindelijk interessant in het recitatief van Bellini's Oh ! quante volte. Net zoals in de eerste ronde, zong ze nu ook O luce di quest' anima. De loopjes klinken allemaal goed met elke noot duidelijk staccato gezongen. Daarna ging het echter bergaf.
Et incarnatus est uit Mozarts "Grosse Messe" leek me veel te laag te liggen voor haar stem, waardoor ze plots veel kleiner klonk. Aanvankelijk kon ze dat nog verbergen achter een zweem van ingetogenheid, maar na verloop van tijd verdwijnt haar stem en begint haar hoogte te kraken. Ik beschouw het dan ook als een blunder dat ze dit op haar programma gezet heeft. Glitter and be gay is amper beter. Ze kijkt wel heel triestig, maar die emoties zijn niet hoorbaar in haar stem.. eigenlijk is er van haar stem helemaal niets meer te horen. De half-gesproken delen zijn zelfs totaal onverstaanbaar. Ik begrijp nog altijd niet wat zij in de finale doet.
De tenor Szabolcs Brickner (Hongarije, 27 jaar) heeft een gevarieerd programma samengesteld, dat - zeker in het begin - wat hoog gegrepen was. O paradis (Brickner zong de Franse versie) was vroeger een populaire aria die door zowat elke tenor wel op plaat gezet werd. De laatste tijd hoor je hem nog maar weinig, enerzijds omdat Meyerbeer praktisch uit de gratie is en omdat je er een dramatische tenor voor nodig hebt... wat Brickner niet is. Ook in Brittens Royauté kwam hij moeilijk boven het orkest uit.
Ik vroeg me dan ook af hoe hij Mahlers Revelge zou aanpakken. Dit lied uit "Des Knaben Wunderhorn" wordt meestal door baritons gezongen en als een tenor dit probeert te zingen, dan heb je ook hiervoor een tenor van het heldentype nodig om op te kunnen boksen tegen al het koper en slagwerk dat Mahler voorzien heeft. Hij begon met een veel te snel tempo en bij momenten bloeide zijn stem wel mooi open, maar uiteindelijk moest hij toch de handdoek in de ring gooien. Daarna volgde nog Um Mitternacht uit de "Rückert-Lieder", wat iets "gemakkelijker" georkestreerd is. Anderzijds interpreteert hij wel intelligent.
Met zijn twee slotaria's komt hij eindelijk in een beter passend stemvak uit. Macduffs Ah, la paterna mano ligt goed in zijn stem, die plots begint te stralen. Hij eindigde in schoonheid met Lenski's Kuda, kuda.
Alles bij elkaar vond ik dit een zwakke eerste avond.
Publicatie: woensdag 21 mei 2008 om 22:32
Rubriek: Concert