IMKEB 2008 - Halve finale, dag 2
Op de tweede dag van de halve finale was er maar één mannelijke kandidaat tussen allemaal sopranen en mezzo's, waaronder de twee Canadese zangeressen. De namiddag kende een verrassende wending, waarbij ik mijn eerste indruk van tijdens de eerste ronde moet herzien over deze vier kandidaten.
De sopraan Khulkar Sabirova (Oezbekistan, 26 jaar) zong tijdens de eerste ronde vooral luid. In de loop van de halve finale liet ze toch regelmatig horen dat ze ook zachter kan zingen. Dat was echter nog niet het geval met de eerste aria van de Koningin van de Nacht, O zittre nicht. Ze gaf een dramatische uitvoering alsof het "Der Hölle Rache" is, terwijl in deze aria toch ook nog iets van de bezorgde moeder moet doorschemeren. De twee liederen - Der Nussbaum en Villanelle - zong ze ook weg. Op het einde van het Schumannlied liet ze wel al een pianissimo horen. In Rachmaninovs Au! kon ze zich wel inleven en waren wat meer kleurschakeringen te horen. Schuberts Gretchen am Spinnrade leek ze aanvankelijk goed te doseren, maar het klinkt allemaal nogal exact met weinig gevoel voor rubato... de climax van "sein Kuss" brak ze bijvoorbeeld nogal kort af. Het verplicht werk Canzone zong ze zo goed als zonder partituur, maar ze leek de muziek nog niet volledig te beheersen. Ze eindigde met een redelijk goede Una voce poco fa, waarbij ze een paar "eigen" coloraturen liet horen. In het geheel maakte ze een betere indruk dan tijdens de eerste ronde.
De tenor Yury Haradzetski (Wit-Rusland, 25 jaar) zong vooral liederen uit alle mogelijke windstreken. Hij begon echter met een stijlvolle M'appari met delicate portamenti en met een lamentokarakter. Zijn sterk nasale klank stoorde me wel in Tamino's Bildnissaria. Hij durfde het ook aan om Bach te zingen met Deposuit potentes. Bij momenten klonk het indrukwekkend, bij momenten klonk het onzuiver. Wat de liederen betreft, zong hij Brahms' Meine Liebe ist grün met een koddig Duits accent. Met Tchaikovsky's Sred' shumnova bala kon hij zelfs ontroeren en in dit repertoire had ik minder problemen met zijn nasale klank. Bij Saint-Saëns' Si je l'osais begon zijn stem stilaan uit te dunnen. Maar daarna zong hij een van de beste vertolkingen van Canzone... en zonder partituur. Heimliche Aufforderung was er tenslotte net te veel aan. Hij verviel soms in spreekstem en begon weer uitgebreide tenorgebaren te maken.
De sopraan Anastasia Prokofieva (Rusland, 26 jaar) had me in de eerste ronde gecharmeerd met een Russische aria. In de halve finale moest ze echter ook nog een hoop ander repertoire zingen, met veel minder goed resultaat. Ze begon met twee Russische liederen - Ne ver', moy drug van Tchaikovksy en U moyego okna van Rachmaninov - waarbij je haast nota kan nemen van de tekst dankzij haar heldere uitspraak. Maar het metaal in haar stem begint hier al onaangenaam te klinken. Griegs Ein Traum en Faurés Chanson d'amour waren totaal onverstaanbaar. Canzone zong ze met haar hoofd in de partituur, ze maakte nooit oogcontact met het publiek. Ze had slechts één aria op het programma, Musetta wals. Dat metaal was ondertussen gedegradeerd tot azijn...
De mezzo Michèle Losier (Canada, 30 jaar) die verleden week zo'n schitterende Charlotte gezongen heeft, begint me nu op mijn zenuwen te werken. Dat heeft vooral te maken met haar manier van hoe ze liederen zingt. Ze vindt het blijkbaar nodig om elk idee met armbewegingen te ondersteunen. Daarbij passeren alle clichéposes van de operazangers uit de 19de eeuw de revue. Het doet er niet toe of het Schuberts Du bist die Ruh, Hahns Trois jours de vendange of Canzone is, het is allemaal zó vermoeiend om naar te kijken. Een tweede probleem heeft te maken met de draagwijdte van haar stem. In haar eerste lied, Trois jours de vendange, droegen haar lage noten niet goed. Ik veronderstelde toen dat dit wel zou verbeteren als haar stem wat meer opgewarmd zou zijn. Maar in de loop van haar optreden breidde dat zich uit naar haar hele stem. Ik heb het gevoel dat haar stem, als ze de finale in het PSK zou halen en tegen het Muntorkest moet opboksen, niet tot bij de jury zal geraken.
De avondsessie verliep meer volgens de verwachtingen.
De sopraan Anna Kasyan (Georgië, 26 jaar) begon met Vivaldi's Squarciami pure il seno en liet meteen afwisselende emoties horen. Alban Bergs Die Nachtigall zong ze met een licht accent, met ook hier weer een mooie afwisseling van lyriek en dramatiek. Rachmaninovs Siren' zong ze met delicate frases en werd het echt duidelijk dat ze eigenlijk een lichte stem heeft. Gezien haar doorleefde en bij wijlen dramatische tekstexpressie, zou je haast iets anders kunnen vermoeden. Maar ze beseft dat zelf zeer goed, want ze koos Ännchens aria Trübe Augen uit "Der Freischütz". Minder intelligente zangeressen zouden zich waarschijnlijk laten verleiden tot een van Agathes aria's. Haar recitatief vooraf is een ware nachtmerrie vol kleur en kampvuurgriezelverhalen. Ze eindigde met Manons Adieu, notre petite table. Ook dit werd weer een ongelooflijk spannende vertelling... waarbij ik het gevoel had dat ik deze aria volledig opnieuw ontdekte.
De mezzo Isabelle Druet (Frankrijk, 28 jaar) bevestigde ook volledig haar prestatie van verleden week. Als Cherubino is ze quasi-perfect. Het kan bijna niet anders dat ze dit al op scène gezongen heeft. Met Le tombeau des Naïades hoorde ik deze week voor de eerste keer echt Debussy. Ook in Bellini liet ze een fenomenale stembeheersing opmerken. En als ze haar grote stem aanwendt om Monteverdi te zingen - Disprezzate Regina uit "Poppea" - dan kan ze zelfs mij overtuigen dat Monteverdi toch kan ontroeren. De monoloog van Concepción Oh, la pitoyable aventure uit "L'heure espagnole" bracht ze met veel gevoel voor humor. Ze is het soort zangeres waarbij je totaal niet meer op de techniek let en je je vol vertrouwen kunt verliezen in de muziek. Ik heb het gevoel dat we na Thierry Félix weer een Franse winnaar gaan krijgen, tenzij de jury weer kiest voor een zogenaamd "veelbelovend" talent zonder stem...
De sopraan Layla Claire (Canada, 26 jaar) had tijdens de voorrondes vooral een zenuwachtige indruk gemaakt. Zenuwen leken gisteren geen probleem meer. Ze heeft een grote stem, die in de hoogte niet echt mooi klinkt en daar weinig kleur heeft. Ze begon wel goed met Hear ye, Israël. Canzone was beter dan gemiddeld (en ook zonder partituur gezongen). Mozarts Exsultate was niet jubelend genoeg voor mij. Maar haar interpretatie van Adieu, notre petite table was wel mooi. Ze heeft een lyrischer geluid dan Kasyan. De inleiding klonk minder verfijnd dan bij de Georgische sopraan. De aria zelf zong ze wel fantastisch teruggehouden. In haar geheel, was ze redelijk overtuigend.
Na al dit moois, was de sopraan Julie Martin du Theil (Zwitserland, 24 jaar) een anti-climax. Ze heeft een jonge soubrette-stem. Daar is op zich niets mis mee, maar het gevolg is dat ze veel te weinig kleur en expressiemogelijkheden heeft om bijvoorbeeld in de liederen echt te boeien. Maar ook in de aria's kon ze maar moeilijk mijn aandacht vasthouden. Het enige wat enigszins de moeite was, was Oscars Saper vorreste.
De tweede halvefinaledag levert voor mij vier namen op voor de finale: Yury Haradzetski, Anna Kasyan, Isabelle Druet en Layla Claire. Ik twijfel nog over Khulkar Sabirova, zij gaat ook even in de wachtkamer.
Publicatie: woensdag 14 mei 2008 om 08:48
Rubriek: Concert