Il Grand' Inquisitor

Die Fledermaus in Alden-Biesen

De Zomeropera vierde haar tiende editie op de binnenkoer van de Landcommanderij Alden Biesen. Na tien jaar dachten ze dat ze wel volwassen genoeg zouden zijn om zich aan operette te wagen. Waarom dan niet meteen Die Fledermaus, moeten ze gedacht hebben... niet dus.

Het is waarschijnlijk gemakkelijker om een degelijke Traviata te brengen, dan een overtuigende Fledermaus... ondanks de mythe dat operette "lichter", en dus "gemakkelijker" zou zijn. Niets is echter minder waar. Je hebt natuurlijk goede zangers nodig, maar het acteertalent en gevoel voor komische timing moet perfect zijn. Op een enkele uitzondering na, was dit bij niemand aanwezig in de bezetting die ik hoorde.

Een deel van de mislukking zal ook wel te wijten zijn aan de regisseur Frank Van Laecke, die het ook nodig vond om aan het libretto te prutsen. Dat hij de dialogen vertaalde naar het Nederlands, Hollands, Limburgs, Duits, Engels of Frans - al dan niet met haar op - valt nog te verdedigen. Maar hij voegt er ook een reeks grappen aan toe, waarbij krampachtig gepoogd wordt om duidelijk te maken dat het grappen zijn. Maar een geforceerde grap is helemaal niet grappig... zeker niet als ze ook nog eens onnatuurlijk en gekunsteld gebracht worden. De meest verstrekkende ingreep had echter te maken met het tweede bedrijf door de rol van Prins Orlofsky, inclusief zijn aria's, volledig te couperen. Het feest gaat door bij een drag queen die zijn vijfentwintigjarig samenzijn met zijn vriend viert.

Er waren twee bezettingen voorzien voor de drie hoofdrollen. Ik hoorde de tweede bezetting. Maar aangezien de zanger van Falke ziek was, werd hij vervangen door de Eisenstein van de eerste bezetting, Peter Bording. Ik vond hem uiteindelijk de beste zanger van de hele avond. Het feit dat hij zo maar even in een andere rol kan stappen en dat doet alsof hij deze rol al heel de tijd gezongen heeft, is de beste indicatie dat hij het genre perfect aanvoelt. Ook An De Ridder is een aanvaardbare Adèle. Haar Lacharia was eigenlijk het enigste in het hele tweede bedrijf dat de moeite waard was.

Mark Milhofer begon indrukwekkend als Alfred, maar voor het einde van het eerste bedrijf was hij al zo goed als uitgezongen. Nog erger was het gesteld met Willem De Vries. Van meet af aan leek hij problemen te hebben met de hogere noten van Gabriel von Eisenstein. Halverwege het tweede bedrijf klonk hij bijna volledig hees en op het einde van de voorstelling was zijn stem gereduceerd tot spreekzang. Rosalinde is een grote partij, die me te groot leek voor Martine Reyners, wat ze probeerde op te lossen door wat meer op haar stem te duwen om ze donkerder en groter te laten klinken.

Het zal wel aan mij liggen, maar de rest van het publiek leek zich kostelijk te amuseren...

Publicatie: woensdag 4 juli 2007 om 16:54
Rubriek: Operette