Lohengrin in Parijs
Twee jaar geleden had de Parijse opera een gigantisch succes met Tristan und Isolde, niet in het minst omwille van Ben Heppner en Waltraud Meier in de titelrollen. Dit jaar proberen ze dit succes dunnetjes over te doen met Lohengrin met dezelfde zangers. Valery Gergiev moest voor wat extra luister zorgen.
De productie van Robert Carsen speelt zich af in een eenheidsdecor in een totaal verwoeste stad. Er zijn geen ridders of andere edelen te bekennen. Koning Heinrich is een soort generaal, met de Heerrufer ook als een militair. Voor de rest is er nauwelijks een onderscheid tussen het koor en bijvoorbeeld Ortrud of Elsa. Alleen Lohengrin is een uitzondering. Hij lijkt uit een andere wereld komt, de droomwereld van Elsa... Bij zijn eerste verschijning opent zich achteraan een poort waarachter een idyllisch landschap zichtbaar is met Lohengrin in blinkend harnas én met een zwaan.
Lohengrin is uiteraard een iets andere partij dan Tristan, maar Ben Heppner was in het eerste bedrijf in goede vorm. Maar nadat in het tweede bedrijf twee keer een hogere "Elsa"-noot er krakend uitkwam, liet hij voor het derde bedrijf aankondigen dat hij - net zoals blijkbaar alle tenors in Parijs - ook "souffrant" was. Ik vermoed dat dit eerder een proactieve veiligheidsmaatregel was om zich tegen eventuele rampen in het derde bedrijf bij voorbaat in te dekken. Dat bleek echter niet nodig te zijn, want in het duet met Elsa was hij fenomenaal en ook zijn aria "In fernem Land" verliep bijna vlekkeloos. Heppners Lohengrin is wel niet zo perfect als bijvoorbeeld die van Klaus Florian Vogt, die de rol met een verbazend gemak zingt, maar hij was een heel stuk beter dan ik verwacht had.
Ik had helemaal geen hoge verwachtingen voor de Elsa van Mireille Delunsch. Ik kan niet begrijpen dat iemand ook maar het idee heeft dat zij een goede Elsa zou kunnen zijn. Haar vocale mogelijkheden zijn redelijk beperkt, waardoor ze het meestal moet hebben van haar interpretatieve inzichten. Maar als er nu één rol is in het operarepetoire waar diepgravende analyses absolute tijdverspilling zijn, dan is het wel deze Wagneriaanse trezebees. Maar ook interpretatief kon Delunsch niets bijbrengen. Daarvoor was ze teveel bezig om alle noten gezongen te krijgen (waar ze op zich wel in slaagde, op een enkele uitzondering na), dat er geen ruimte meer over was tot enige karakterisering. Elsa is misschien wel een kinderlijke bakvis, maar daarom hoeft ze zo nog niet te klinken.
Dan is Waltraud Meier totaal het tegenovergestelde. Ze zingt al bijna haar haar hele leven Ortrud en dat merk je aan alles. Zelfs in het eerste bedrijf, waar ze nauwelijks iets te zingen heeft, domineert ze het hele bedrijf. Gewoon door haar uitstraling, de manier waarop ze Telramund aanspoort om zijn verhaal te doen, de manier waarop ze naar Elsa of Lohengrin kijkt, ... het draagt allemaal bij tot haar manipulatietruuks. Waltraud Meier heeft ook zo veel ervaring met de partij dat om niet in de overacting-val te trappen. In het tweede bedrijf is ze uiteraard onnavolgbaar. In haar scène met Telramund is ze volledig de tovenares die haar magie op alle vlakken inzet. Maar meest memorabel is de verleidingsscène met Elsa. De manier waarop ze twijfel zaait in Elsa met zoete woordjes, waarbij elk woord betekenis krijgt, kan echt niet anders omschreven worden als verleiding. Het contrast met de kleurloze Delunsch is opmerkelijk.
Jean-Philippe Lafont is daarentegen een zwakke Telramund. Af en toe zingt hij wel, maar die stukken worden door een rauw blaffend spreekgezang met elkaar verbonden. Dramatisch is hij wel overtuigend. Jan-Hendrik Rootering heeft ook zijn beste tijd gehad. Hij kan nog wel een mooi Heinrich zingen, maar zijn stem is een paar maten te klein voor de Bastille. De Heerrufer van Evgeny Nikitin is daarentegen pure luxe. Zijn ronde stem maakt hem zonder concurrentie tot de mooist zingende zanger van de avond.
Publicatie: woensdag 6 juni 2007 om 13:06
Rubriek: Opera