Lohengrin in Keulen
De nieuwe productie van Lohengrin leek op papier zowat het meest interessante wat Keulen dit seizoen te bieden heeft. De bekende Duitse acteur Klaus Maria Brandauer zou voor de eerste keer een grote opera regisseren, na "Die Dreigroschenoper" in Berlijn. Maar vooral de aanwezigheid van Klaus Florian Vogt in de titelrol dreef me naar Keulen.
Klaus Florian Vogt is alles wat men zich van Lohengrin kan voorstellen, met zijn arische 'looks' lijkt hij zelfs op de archetypische graalridder. Maar het is zijn stem die onweerstaanbaar is. Hij klinkt helemaal niet als een doordeweekse Wagnertenor. Bij zijn eerste optreden neemt hij met een jongensachtige klank afscheid van zijn zwaan. Zijn stem klinkt helder en verrassend licht en draagt moeiteloos in de zaal, zelfs bij de zachtste pianissimo's. Daarenboven kan hij elke nuance die hij maar wil in zijn stem leggen. "In fernem Land" stroomde in één grote ademteug de zaal in. Alsof dat nog niet genoeg is zingt hij ook nog eens met absoluut perfecte dictie. Als hij niet dé Lohengrin van het moment is, dan weet ik niet wie het wel zou kunnen zijn.
Elsa werd gezongen door de hoogzwangere Camilla Nylund. Haar Elsa was nogal wisselvallig. Soms leek ze zich in te houden, maar haar openingsaria "Einsam in trüben Tagen" was wel mooi. De climax die leidde tot "Den Namen sag mir an!" ontbrak echter aan kracht. Gezien haar toestand, valt dit wel te begrijpen en te vergeven.
Krister St.Hill zong Telramund. Hij heeft een rare stem die niet overal even egaal klinkt. Zijn hoogte klinkt heel gemakkelijk, bij momenten had ik de indruk dat hij een heldentenor was in plaats van een bariton. De rest van zijn stem is een stuk zwakker, waardoor hij mij niet echt kon overtuigen in deze rol. Dalia Schaechter was daarentegen een angstwekkende Ortrud. Ze pleegt allerlei aanslagen op haar stem, waardoor ze rauw en venijnig overkomt. Het was enkel spijtig dat ze moeilijk te verstaan was (de Keulse opera gebruikt geen boventitels voor Duitse opera's).
De bezetting werd afgerond met Reinhard Hagen als een goede Koning Heinrich, zonder echt memorabel te zijn, en een zwakke, stemloze Hans-Christoph Begemann als de heraut.
Ten slotte moet ik ook de dirigent Markus Stenz vermelden. Met zijn Ring-marathon verleden jaar en deze Lohengrin, doet hij een geslaagde poging om het Gürzenich-Orchester tot een eersteklas Wagnerorkest te maken. Het meest spectaculaire moment is ongetwijfeld het derde bedrijf als hij het koper verdeelt over de orkestbak, de coulissen links en rechts, en op de scène zelf. Deze quadrofonie vraagt veel moed om dit in goede banen te leiden, en hij slaagt er nog in ook... bijna. De ouverture is daarentegen totaal tegengesteld. Hij laat het orkest met de meest breekbare pianissimo beginnen. Daarna legt hij langzaam maar zeker een laagje bij op het klankbeeld. De grote boog tot forte is zo evident, dat je haast niet waarneemt waar dat ineens vandaan komt. Ik kan begrijpen dat de Duitse kranten hem met Christian Thielemann beginnen te vergelijken.
Omwille van Markus Stenz en vooral Klaus Florian Vogt kan ik de reis naar Keulen van harte aanbevelen. De voorstellingen lopen nog tot begin november...
Publicatie: maandag 2 oktober 2006 om 07:48
Rubriek: Opera