Un ballo in maschera in Parijs
Op een première-avond in Parijs gaat er altijd wel iets mis. Als de techniekers voor een keer niet staken, dan is er wel iets mis met de tenor. Zo gaf Villazon eerder dit jaar al verstek voor Hoffmann. Voor de première van Un ballo in maschera was het nu de beurt aan Marcelo Alvarez om zich ziek te melden.
Als invaller hadden ze Evan Bowers achter de hand om de rol van Riccardo te zingen. Een paar jaar geleden was hij nog in de Vlaamse Opera te horen als Matteo... wat redelijk ver verwijderd ligt van een Verdi-spinto-partij. De eerste scène verliep al niet echt vlot. Hij zong "La rivedrà nell'estasi" met weinig Italianità en in de buurt van zijn registerovergang zong hij ofwel onder de toon, ofwel klonk hij alsof zijn stem het elk moment zou begeven. Dat laatste bleek effectief het geval te zijn... na die eerste scène kwam iemand op het podium om aan te kondigen dat Evan Bowers ook "souffrant" was, maar dat hij toch verder zou zingen. Daarna ging het van kwaad naar erger.
"Di' tu se fedele" was meelijwekkend pijnlijk, maar "E scherzo od è follia" was dan weer redelijk goed. Het duet met Amelia in het tweede bedrijf zat vol gemiste en krakende noten. Sommige stukken liet hij gewoon weg. Eigenlijk vond ik het onverantwoord misdadig om een zanger in deze toestand de scène op te sturen. Gezien de omstandigheden, had het me logisch geleken dat ze na de pauze zijn aria "Ma se m'è forza perderti" zouden overslaan. Heel die scène heeft, dramatisch gezien, niet zo gek veel betekenis en niemand heeft er iets aan om de tenor door die scène te horen worstelen. Maar dat deden ze dus niet. Sinds het duet met Amelia had hij niets meer gezongen, waardoor het recitatief "Forse la soglia attinse" best wel indrukwekkend klonk, maar nadien liet zijn stem het weer afweten. Hij krijg achteraf wel een ovatie, maar meer omwille van zijn moed en zelfopoffering. Zijn sterfscène was wel heel geloofwaardig...
Dit overschaduwde de rest van de voorstelling, waardoor je bijna de andere zangers zou vergeten. De rest van de bezetting was echter ook niet over de volledige lijn overtuigend. Ik vind Ludovic Tézier bijvoorbeeld een interessante zanger, als hij tenminste het juiste repertoire zingt. Wat mij betreft, hoort Renato daar niet bij. Zijn stem klinkt veel te gecontroleerd waardoor ik nooit die Italiaanse expansieve lijnen hoorde. Vooral in zijn eerste aria "Alla vita che t'arride" was dat het geval. Zijn tweede aria begon hij wel heel mooi Verdiaans met het recitatief "Alzati, là tuo figlio", maar voor "Eri tu" verviel hij terug in zijn eerder geneuzel.
De Oscar van Camilla Tilling was ook wisselvallig. Voor "Volta la terrea" had ze haar stem nog niet gevonden. Als ze Renato en Amelia komt uitnodigen voor het bal, dan neemt ze de staccato-aanduidigen in "Di che fulgor" wel heel letterlijk, waardoor het niet meer aan elkaar hangt. "Saper vorreste" was uiteindelijk wel goed. De twee andere vrouwen waren daarentegen wel goed. Elena Manistina was misschien niet angstaanjagend genoeg als Ulrica. Maar ze heeft wel alle lage noten voor "Re dell' abisso" en straalt de autoriteit van een aardmoeder uit.
Ik had al een en ander veelbelovends gehoord en gelezen over Angela Brown en was dan ook benieuwd om haar live te horen als Amelia. Haar grote stem heeft een snijdende metalen klank, zonder lelijk te klinken, waardoor ze dwars door alle koor- en orkestvolumes heen breekt. In de finales van het tweede én het derde bedrijf komt ze zo zonder de minste problemen overal bovenuit. Maar dat belet haar niet om in haar galgenveldaria "Ma dall'arido stelo divulsa" alle nuances van haar angst en onzekerheid uit te drukken, of te ontroeren met "Morrò, ma prima in grazia".
Over de rest kan ik kort zijn. De dirigent Semyon Bychkov had alle moeite van de wereld om het orkest, koor én solisten samen te houden. In de eerste twee bedrijven waren er talloze van dergelijke decalages. De productie van Gilbert Deflo zal weinig mensen voor het hoofd stoten, aangezien hij nauwelijks iets doet. De decors van William Orlandi worden gedomineerd door Amerikaanse adelaars en bestaan enkel uit een paar grote objecten - een halfrond voor het eerste bedrijf, een soort totempalen met slangenkoppen voor de Ulricascène, een gigantische galg voor het tweede bedrijf, ... - op een voor de rest leeg en donker podium.
Publicatie: dinsdag 5 juni 2007 om 08:19
Rubriek: Opera