Il Grand' Inquisitor

Les contes d'Hoffmann in Parijs

Robert Carsens indrukwekkende productie van Les contes d'Hoffmann heb ik vijf jaar geleden al eens gezien in de Bastille. Deze productie is sowieso het herbekijken waard, zeker als Rolando Villazon de titelrol zou zingen.

Rolando Villazon was drie weken geleden nog niet helemaal genezen voor zijn concert in Luik, de tweede poging vorig weekend moest hij ook afzeggen... en spijtig genoeg gaf hij ook forfait voor Hoffmann. Dat betekent dat hij ondertussen al bijna een hele maand ziek is, wat niet echt hoopgevend is. Op zijn website is echter niets te vinden van wat er mis zou zijn.

Als vervanger hadden ze Janez Lotric bereid gevonden om Hoffmann te zingen. Hij zong de rol ook al toen deze productie in 2000 nog volledig nieuw was. Hij heeft geen bijster mooie stem, hij klinkt soms wat nasaal en zijn Frans is, op een paar wollige momenten na, behoorlijk. Zijn eerste test is de Kleinzach-aria en hij nam meteen de de gelegenheid om het publiek voor hem te winnen door de aria af te sluiten met een paar geïnterpoleerde hoge noten. Hij is uiteraard geen Villazon, maar we hadden het slechter kunnen treffen.

Ekaterina Gubanova zong Nicklausse. In deze productie is hij het evenbeeld van Hoffmann. Ze mocht ook de opera beginnen en afsluiten als de Muze. Carsen maakt de cirkel rond door begin- en slotbeeld identiek te maken: uit een diagonaal geworpen licht verschijnt de muze en loopt naar Hoffmann die links vooraan op het podium ligt te schrijven en te drinken. Op het einde - tijdens het mooie "Des cendres de ton coeur" - lopen ze samen weg in het licht.

Een van de (relatief) nieuwe Franse baritons is Franck Ferrari. Hij gaf hier de vier duivelrollen gestalte. Zijn grote stem neigt naar het bas-baritonachtige, wat mijns inziens ideaal is voor deze rollen. Dapertutto's aria "Scintille diamant" begon heel mooi als een ode, maar eindigde minder mooi met een paar loshangende forte hoge noten die meer als effect overkwamen en geen deel leken uit te maken van zijn interpretatie. De vier knechten werden gezongen door Christoph Homberger. Zoals gewoonlijk steelt hij de show als Frantz.

De drie vrouwen waren alledrie gelijkaardig gekleed - in het wit en met een zwarte waaier - om duidelijk te maken dat het over drie aspecten van dezelfde vrouw Stella gaat. Nancy Fabiola Herrera is een diva-Giulietta, met bijhorende glamoureuze stem, maar met weinig tekstverstaanbaarheid. Annette Dasch blijf ik een oninteressante zangeres vinden. Haar Antonia kon me dan ook maar matig boeien. Een zangeres moet al moeite doen om als Olympia niet iedereen in de schaduw te stellen. En met Patricia Petibon is dat niet anders. Zij behoort tot de categorie eigenzinnige en knettergekke sopranen (en dat bedoel ik positief). Wie haar nog niet zou kennen, moet haar DVD French Touch maar eens bekijken. Olympia is haar dan ook op het lijf geschreven. Haar eigenzinnigheid manifesteert zich bijvoorbeeld in haar aria "Les oiseaux dans la charmille" waar ze een paar originele variaties zingt, die ik nog nooit gehoord heb.

Bij de kleinere rollen moet ik nog Jason Bridges (Nathanaël) vermelden omwille van zijn zoetgevooisde tenorstem. Alain Vernhes als Crespel horen, is pure luxe. Ik vind hem een van de zwaar onderschatte Franse zangers die niet de bekendheid heeft die hij volgens mij verdient. Tijdens zijn woordenwisseling met Dr Miracle vroeg ik me bijvoorbeeld af waarom hij niet de vier duivels zong.

Zoals we dit al meer gezien hebben van Robert Carsen is ook dit een theater-in-het-theater-productie. Aangezien de opera zich afspeelt tijdens het tweede bedrijf van Don Giovanni waarin Stella (vermoedelijk) Donna Anna zingt, is dat niet zo ver gezocht. Tijdens de proloog komt zelfs het volledige decor van Don Giovanni voorbijgeschoven. Dit decor komt ook nog op een of andere manier tijdens de andere bedrijven terug. Zo speelt het tweede bedrijf zich grotendeels af in de orkestbak (Dr Miracle is een Muti-achtige dirigent), met daarboven een volledig nagebouwd podium. In het decor van Don Giovanni verschijnt dan Antonia's moeder. De heen en weer wiegende operazetels tijdens de Barcarolle is nog zo'n beeld dat blijft hangen.

Publicatie: maandag 29 januari 2007 om 10:32
Rubriek: Opera