Il Grand' Inquisitor

Don Giovanni in Zürich

Ongeveer een maand geleden ging een nieuwe productie van Don Giovanni in Zürich in première. Ook deze productie werd nu hernomen in het kader van de Zürcher Festspiele met Franz Welser-Möst in de orkestbak. In het programmboek geeft de regisseur Sven-Eric Bechtolf allerlei argumenten waarom Mozarts opera onregisseerbaar is... maar dat weerhoudt hem er toch niet van om een poging te wagen.

Hij plaatst de handeling in een balzaal met parketvloer, gouden coulissen met art-déco-golfversieringen, een bar en een aantal floeren zetels. De verschillende feesten volgen elkaar op, te beginnen met het feest waarop de Commendatore vermoord wordt. Het huwelijksfeest van Zerlina en Masetto lijkt wel op een proms-bal. Zerlina en het vrouwenkoor komen swingend in groep op, gevolgd door Masetto en het vingerknippende mannenkoor... het lijkt wel een scène uit "Grease". Op het bal bij Don Giovanni wordt lustig getwist en andere line dances uit de jaren '60s opgevoerd. Bechtolf legt - zeker in het eerste bedrijf - sterk de nadruk op het giocoso-aspect, waardoor dit één van de meest humoristische Don Giovanni's is die ik ooit gezien heb.

In deze feestelijke sfeer passen geen kerhof met "levend" standbeeld of hellentocht voor Don Giovanni. Voor het eerste probleem bestaat de oplossing uit een Afrikaans voodoo-beeld dat door de geliefde (?) van de Commendatore op en af het podium gedragen wordt. Ik vond het een wat zwakke oplossing, die aangeeft dat er toch iets schort aan het concept... alhoewel 90% van de productie me wel kon overtuigen. Don Giovanni sterft gewoon op de scène en laat daarbij een stapel cadeautjes achter voor de slotscène: een rozenkrans voor Donna Elvira, een cocktail shaker voor Leporello en een fruitpers voor Zerlina en Masetto... waarmee ze hun nieuwe leven kunnen aanvatten.

Als anekdote... tijdens de "Viva la libertà"-scène deelt Don Giovanni vlaggetjes uit aan de drie gemaskerden... vlaggetjes van Zwitserland, Portugal en Duitsland, terwijl hij zelf met een grote Italiaanse vlag stond te zwaaien. Het was ongetwijfeld een verwijzing naar het WK voetbal... waarvan de kleine halve finale een half uur later zou beginnen en op groot scherm voor het operahuis werd uitgezonden. De operavoorstelling zelf werd trouwens ook live uitgezonden op groot scherm, maar die moest uitwijken naar het Münsterhof.

De Don Giovanni van Simon Keenlyside is natuurlijk al gekend van zijn optredens in De Munt. In Zürich haalt hij ook allerlei toeren uit. In de eerste scène komt hij, over zetels springend, het podium opgestormd. Hij doet allerlei gevaarlijke zaken met messen (naar verluidt heeft hij zich in een eerdere voorstelling daarbij lelijk gesneden). Verder werpt hij stukjes fruit vanop een afstand in champagneglazen en doet hij halsbrekende pirouettes op de smalle toog van de bar... dit moet ooit slecht aflopen, vrees ik.

Op vocaal vlak kent deze rol nog maar weinig geheimen voor hem en moet hij niet meer nadenken over hoe hij een en ander moet zingen, zodat hij zich 100% kan richten op interpretatie. Alles klinkt natuurlijk en ongecompliceerd. Hij zong de Serenade met een verleidelijk mezza voce, de recitatieven zitten vol gedetailleerde inkleuringen en stemwendingen, alleen de Champagne-aria blijft nog lastig.

De andere mannelijke rollen waren ook uitmuntend bezet. Alfred Muff zingt een imposante Commendatore met een stem die klinkt als een klok. Don Ottavio lijkt wel een toekomstige Commendatore. Piotr Beczala zingt de rol met een grote, ruime stem. Zijn twee aria's stellen weinig problemen, met een origineel versierde "Dalla sua pace". Anton Scharinger begint redelijk monotoon aan Leporello. Maar elke scène groeit zijn stem, zowel vocaal als interpretatief... daarom dat het spijtig was dat de Cataloogaria zo vroeg in de opera komt.

Aan de vrouwelijke kant was het minder goed gesteld. Enkel Martina Janková is een goede Zerlina. Malin Hartelius heeft ook een Zerlina-stem en is nog niet klaar om nu al Donna Elvira te zingen. Het klinkt allemaal mooi, maar de stem is een maat te klein en in de dramatische momenten - zoals in "Mi tradi" - schiet ze schromelijk te kort. Eva Mei is een saaie en kleurloze Donna Anna. Zelfs in "Or sai chi l'onore" kon ze me niet ontroeren.

Publicatie: zondag 9 juli 2006 om 10:49
Rubriek: Opera