La tragédie de Carmen in Gent
Bizets Carmen is al lang een gemakkelijke prooi voor allerlei bewerkingen. Denk maar aan films als Carmen Jones uit de jaren '50 of de meest recente U-Carmen. Volgende maand gaat zelfs een musical - of "latin pop opera" - Carmen Cubana in première in Oostenrijk. In de jaren '80 heeft Peter Brook ook zo'n bewerking gemaakt met de titel La tragédie de Carmen.
Die bewerking bestaat uit een ingrijpende reductie, tot ongeveer 70 minuten overblijft zonder koorscènes en met enkel de vier protagonisten. De "hits" zijn natuurlijk allemaal bewaard gebleven, al werden ze soms verplaatst om een min of meer samenhangend verhaal over te houden. Zo komt het Toreador-lied na de scène van Carmen en Don José waar normaal gesproken de Bloemenaria komt (die komt dan wat later). Om de tragedie van Carmen nog meer centraal te stellen dan in de originele opera, begint en eindigt Brooks bewerking met een instrumentale versie van haar kaartscène.
Gezien de beperkte lengte en bezetting leek het een goede keuze als afstudeerproject van de Operastudio Vlaanderen. Ze begonnen echter met vijf liederen van Bizet, die door vier verschillende zangers vertolkt werden. De reden waarom - tenzij om de avond wat voller te maken - is me niet helemaal duidelijk... aangezien nauwelijks te onderscheiden viel in welke taal ze zongen, afgezien van de Portugese mezzo Ana Quitans die een mooie "A une fleur" zong.
Maar daarna mochten vier andere zangers zich meten met Bizets muziek. Vooral bij de twee mannen is er nog werk aan de winkel. Rafael Vazquez (Don José) zingt in zijn laag register met een verdachte intonatie. Zijn hoogte is een stuk juister... maar die knalt eruit waardoor van nuancering weinig sprake is. Andrew Ashin zingt Escamillo met weinig legato of lijn. Hij zingt wel het duidelijkste Frans, maar dat is misschien omdat hij de helft van de tijd staat te croonen in plaats van echt te zingen.
De Operastudio is waarschijnlijk overbevolkt met sopranen, waardoor elke voorstelling een andere Micaela voor het voetlicht treedt. Ik hoorde An De Ridder in deze rol. Ze zingt elegant Frans en zowat elke noot wordt juist geplaatst. Spijtig dat haar "Je dis que rien ne m'épouvante" een beetje verloren zat in het verhaal, aangezien de rest van het oorspronkelijk bedrijf geknipt was... maar het was wel mooi gezongen.
Tenslotte blijft er nog de Carmen over. Inês Madeira (nog een Portugese) heeft het potentieel voor een Carmen. Maar ze is het slachtoffer van de bewerking, waardoor ze zowat al haar aria's na elkaar te zingen krijgt. De eerste twee - de "Habanera" en de "Seguidilla" - klonken nog fantastisch. Maar na de dansscène voor Don José, sloeg de uitputting toe... haar vibrato werd wat breder, haar klank werd metaalachtiger en moest aan kleur inboeten. En dan moest de kaartscène en de finale nog komen... waar ze zich met veel wilskracht doorheen werkte. Als ze iets meer had gedoseerd, dan zou haar Carmen nog overtuigender geweest zijn.
Je kan je wel vragen stellen bij de keuze om jonge zangers zware rollen - zij het in een ingekorte versie - als Don José en Carmen te laten zingen. Doorwinterde zangers wachten meestal jaren eer ze zich hieraan wagen. En aangezien de meeste zangers van de Operastudio nog niet "af" zijn en een te heterogene groep vormen, leek deze keuze me niet echt gelukkig.
Maar desalniettemin was het toch een onderhoudende voorstelling. Niet in het minst omwille van het kader. Als locatie hadden ze De Bodega uitgekozen. In het midden van een leegstaande fabriek werd ooit (voor de voorstelling van de tango-opera "Maria de Buenos Aires") een authentiek tangosalon uit Buenos Aires nagebouwd. Het ziet er net echt uit en er hangt een leuke sfeer. Op de dansvloer hadden ze een paar kruiwagens zand uitgekapt, waar de regisseur Waut Koeken met behulp van wat stoelen en tafels een natuurlijke enscenering op poten had gezet. Het publiek zit aan tafeltjes rondom dit "podium", waardoor je automatisch meegezogen wordt in het verhaal.
Publicatie: maandag 19 juni 2006 om 22:46
Rubriek: Opera