Il viaggio a Reims in De Munt (2/2)
Verleden week hoorde ik de tweede bezetting van Il viaggio a Reims. Ondertussen heb ik de eerste bezetting gehoord en die is - gemiddeld genomen - een stuk beter, vooral bij de mannen. Bij de zangeressen werden er trouwens twee ingezet uit de eerste bezetting: Daniela Pini (La marchesa Melibea) en Rena Granieri (Madama Cortese).
Michele Pertusi is uiteraard een gigantische verbetering als Lord Sidney, zijn bas is gemaakt voor dit repertoire. Giovanni Furlanetto tekende in Don Profondo's cataloogaria de verschillende nationale karakters met een iets dikkere stift dan Sedov. Maar het meest opvallend was Bruno Praticò, die de clown uithing als Barone di Trombonok. Daardoor viel hij veel meer op dan zijn tegenhanger uit de tweede bezetting (Andrea Porta), die ik me zelfs nauwelijks nog herinner. Praticò smijt er zelfs een paar "ad lib" grappen tussendoor. Om een of andere reden doet hij dat in het Frans... als het in het Duits was geweest had ik het nog kunnen begrijpen, ofwel verkeert hij in de waan dat de Munt een Frans operahuis is. De twee tenors, Riccardo Botta en Lawrence Brownlee, waren ook van meer dan gemiddeld niveau.
Aan de vrouwenkant viel vooral Carmela Remigio op als een mooie Corinna. Maar het was niet allemaal even fantastisch. Désirée Rancatore (Contessa di Folleville) is de ramp van de eerste bezetting. Naar mijn gevoel zit haar stem niet juist, waardoor ik telkens overvallen werd door plaatsvervangende ademhalingsstoornissen telkens als ze begint te zingen. En als het orkest een beetje luider begint te spelen, dan geraakt ze er niet meer door.
Nu, verstaanbaarheid is sowieso een probleem van deze productie. Er is namelijk een loopbrug gebouwd voor het orkest, die aan weerszijden met het podium verbonden is. Op zich is dat niet zo erg, ware het niet dat er ook vaak op die verbindingsstukken gezongen wordt... dus onder het balkon van de koninklijke loge, of onder de loge van de stad Brussel. Als je dus pech hebt en aan de verkeerde kant van de zaal zit, dan hoor je een deel van de aria's slechts op halve kracht. Ook die loopbrug voor het orkest is geen geniale idee op akoestisch vlak. Het meest opvallend was bijvoorbeeld de conclusie van de cataloogaria. Furlanetto zong die op die loopbrug en plots verdween zijn stem in het niets...
Maar op die bemerkingen na, blijft het een onderhoudende voorstelling.
Publicatie: woensdag 9 november 2005 om 00:01
Rubriek: Opera