Olivia Vermeulen in Zeist
Gisteren was Olivia Vermeulen nog eens te gast op het Liedfestival Zeist. Wie zich haar Dirty Minds-programma herinnert, weet dat je van haar iets speciaals kan verwachten.
In het midden van het programma stond het meest klassieke werk dat je ook wel in een "normaal" liedrecital tegenkomt, de Siete canciones populares españolas. Samen met Hans Eijsackers danste ze door de Spaanse muziek van Manuel de Falla met een intiem gezongen Asturiana, de aanstekelijke piano in Jota, een tedere Nana of een smachtende Canción. Deze liederen pasten in het thema van de avond: volksliederen. Voor de rest van de avond kreeg ze het gezelschap van Pynarello, een zevenkoppig ensemble met fluit, klarinet, (alt)viool, cello, harp en slagwerk.
Voor deze uitzonderlijke combinatie van instrumenten blijken effectief werken gecomponeerd te zijn. Zo schreef Theo Loevendie in de jaren '70 Six Turkish Folkpoems. Het zijn zes korte gedichten van telkens vier korte verzen met uiteenlopende sferen. De muziek zou je als typische plink-plonk-muziek kunnen omschrijven, oftewel wat indertijd in de mode was als klassieke muziek. Maar het is wel een boeiend muziekstuk. Het begint mysterieus tot de viool krassend textuur binnenbrengt in Su daglar olmasaydi of de klarinet de boventoon voert in Mercimek kile kile (een grappig lied, alhoewel de muziek niet echt grappig was). In het derde lied Ak gelin alli geli staat de stem meer centraal en konden we Vermeulens mooie glanzende mezzo bewonderen, de pianopartij deed me hier af en toe aan Messiaen denken. Een explosie van vocale energie kregen we in Al çubanin hasini, eindigend met een lichte gong. Het was een mooi begin van de avond.
Ongeveer tien jaar eerder had Luciano Berio zijn Folk Songs gecomponeerd, bestaande uit elf volksliederen uit verschillende culturen, opgedragen aan zijn toenmalige vrouw Cathy Berberian. De eerste twee (Amerikaanse) liederen krijgen een dominant instrument, de altviool in Black Is the Colour - met een een mooie diepte in Vermeulens stem voor "I love my love and well he knows" - en de harp in I Wonder as I Wander. Het was wel spijtig dat er geen vertalingen van de liederen aangeleverd werden, want ik had wel in iets meer detail het Armeense Loosin yelav willen kunnen volgen... iets over een maan... gezongen met een ontroerende melancholie en met een opgewekt refrein. Rossignolet du bois krijgt dan weer een oud-Franse stijl, waarna Vermeulen haar vettigste Siciliaans bovenhaalt voor A la femminisca. De twee liederen uit de Auvergne - Malurous qu'o uno fenno en Lo fiolairé (ook "bekend" in de versie van Canteloube) - zijn pareltjes. Het slotlied Azerbaijan Love Song klinkt met zijn begeleiding van trommels, en een fanfare van piccole en klarinet, meer op een opzwepende soldatendans. Hoe dan ook, een leuk einde voor deze uitzonderlijke en originele avond.
Voor het bisnummer eindigden ze in het Nederlands met Het dorp, bekend geworden in de versie van Wim Sonneveld... met weer de mogelijkheid voor het publiek om het refrein mee te zingen. Dit recital werd trouwens live uitgezonden en kan je nog herbeluisteren op Radio4.
Publicatie: donderdag 23 mei 2024 om 09:54
Rubriek: Liedrecital