Il Grand' Inquisitor

Birgid Steinberger en Werner Güra in Oxford

De tweede dag van het Schubertweekend in Oxford was goed gevuld met twee lezingen, twee recitals en een luchtig afzakkertje...

De dag begon in een auditorium van Trinity College waar Natasha Loges en Schubert & Co. ons vergastten op twee sessies rond "Schubert & Social Music". Ik vond de bijdrage van Loges deze keer enigszins teleurstellend. Het doel was "to explore the importance of social gatherings to Schubert and his circle, and the music he wrote for these occasions". Ze maakte er zich vrij gemakkelijk vanaf door voor te lezen uit een aantal brieven en dagboeken van Schubert en zijn vrienden, zonder veel context of achtergrond.

De muzikale omlijsting door Schubert & Co. (Sholto Kynoch en een groep jonge zangers) zorgde daarentegen voor een leuke Schubertiade-sfeer. Ze begonnen met Die Geselligkeit en een Trinklied (D183), waarbij het publiek uitgenodigd werd om het koor mee te zingen, weliswaar in een Engelse vertaling. De toon was gezet voor een paar uur liederen, duetten, trio's en kwartetten. Het was bijvoorbeeld interessant om Der Fischer te horen met de uitgebreide (vermoedelijk) Vogl-versieringen. De Kantate zum Geburtstag des Sängers Michael Vogl hoor je niet zo vaak, de Kantate für Irene Kiesewetter had ik zelfs nog nooit live gehoord, en het is altijd een plezier om Der Hochzeitsbraten nog eens te horen.

In de namiddag gaven Birgid Steinberger en Julius Drake een fantastisch recital in de Holywell Music Room. Op het programma stonden liederen die een zeker volksliedkarakter hebben. Zo begonnen ze met Das Wandern uit Die schöne Müllerin wat heel vreemd overging in An den Mond, het lijkt wel een andere wereld. Terwijl een onweer losbarstte boven Oxford zong ze Der Lindenbaum met een hypnotiserende "Komm her zu mir, Geselle, hier findst du deine Ruh". Een betoverend mooi gezongen Ins stille Land, inclusief een ontroerend slot, ging naadloos over in het Schwanengesang-Ständchen.

Ze doet dit alles met een onwaarschijnlijke stembeheersing, naturel en heldere dictie. Elke strofe van Wiegenlied zingt ze telkens wat stiller, zonder de kern van haar stem te verliezen... en dan was ze de eerste strofe al piano begonnen. Vanuit het pianississimo van de laatste strofe onstond een spirituele Am Tage Aller Seelen. Daarnaast is ze ook een begenadigd verteller. We kennen allemaal Die Forelle, maar als Steinberger begint te vertellen dan lijkt het wel alsof we het voor het eerst horen. Ze haalt ook alles uit Heidenröslein wat eruit te halen is... ze begint het als een leuk verhaaltje, maar het wordt heel serieus in de tweede strofe tot alle pijn in de laatste strofe boven komt. Daarbij spreekt ze haar publiek rechtstreeks aan. Ze eindigden met hetzelfde Trinklied dat we in de ochtend meegezongen hadden, nu mochten we het Duitse koor meezingen:

Ohne Freunde, ohne Wein,
Möcht' ich nicht im Leben sein.

Het was meteen een uitnodiging om na het avondrecital af te zakken naar "The Mad Hatter". Birgid Steinberger en haar dochter, allebei uitgedost in Dirndl, zongen Duitse en Oostenrijkse volksliederen waarbij ze zichzelf begeleidde op de gitaar. Een glas - weliswaar Engels - bier hoorde erbij...


(foto © Oxford Lieder Festival)

Voor het avondrecital in Saint John the Evangelist hebben ze Werner Güra en Christoph Berner kunnen strikken. Het heerste deel van de avond met een reeks Schuberthits kwam wat onsamenhangend over. Ze boden Güra wel de mogelijkheid om zijn mooie tenor te laten bewonderen in een verleidelijke Der Fischer, een vocale knipoog te geven in Geheimes of een vurige Bei dir allein te zingen.

Een volgend groepje was meer samenhangend. De eenzaamheid van Der Wanderer werd heel mooi vertolkt. Daarbij legde hij vooral de nadruk op het feit dat het gedicht als "Der Unglückliche" gepubliceerd werd, en minder op de Sehnsucht, al haalt Güra wel een andere kleur boven voor "wo bist du, mein geliebtes Land". Deze Wanderer wordt nadien Der Einsame, waarna het trio liederen afgerond werd met Der Winterabend en een mooi gedragen en doordacht slot.

De avond werd afgesloten met twee ballades: Der König in Thule en Der Taucher. In de lange Schillerballade kan Güra heel zijn métier uitspreiden. In de verhalende delen hoor je zijn ervaring als Evangelist en hij geeft de stem van de koning een passende gewicht én een ironische toon. Maar het is Christoph Berner die voor de opwindenste momenten zorgt als hij het kolkende water of de glibberige salamanders evoceert... en helemaal een open doekje krijgt voor het slottussenspel als de tweede duik onfortuinlijk afloopt.

Het avondrecital was ook met een ballade begonnen. De jonge mezzo Rebecca Leggett, begeleid door een attente Dylan Perez, zong Schuberts bloemenballade Viola. Ze heeft een mooie, goed zittende, glanzende en expressieve stem. In tegenstelling tot Güra zingt ze het hele lied zonder partituur waardoor ze een goed contact heeft met het publiek. Voor elke strofe vind ze de juiste sfeer. Klagend in het begin, angst op het paniekerige af als ze het besef van eenzaamheid uitdrukt, vreugde als de andere bloemen verschijnen om met een doorleefd verdriet te eindigen.

Publicatie: maandag 24 oktober 2022 om 11:48
Rubriek: Liedrecital