Il Grand' Inquisitor

Schubertdagen in Flagey

Het is (bijna) al Schubert wat deze week de klok slaagt in Flagey. Op twee avonden weerklonken er ook liederen in Studio 4.

Eergisteren hadden ze een soort Schubertiade samengesteld waarin twee pianisten en drie zangers liederen en duetten brachten. Het recital was ingekaderd door vierhandige pianowerken. Julien Libeer en Paul Lewis begonnen de avond met drie Schubert-marsen D733 en eindigden met de Schubert-Fantasie D940.

Paul Lewis begeleidde Simon Bode in de Drei Gesänge des Harfners. Lewis bleef opvallend op de achtergrond en gaf Bode alle vrijheid om zijn expressieve tenor te ontplooien. Zijn Harfenspieler is er één die berust in zijn lot en geen revolte tegen God en de wereld ontketent. De rest van de avond werden de zangers begeleid door Libeer, hij blijkt een veel presentere pianist te zijn die zijn plaats opeist in het klankbeeld. Eerst met Der Tod und das Mädchen gezongen door Eva Zaïcik. Haar heldere mezzo is niet altijd even goed verstaanbaar en ze had beter de hoge slotoptie genomen, maar ook zij is een begenadigde liedzangeres.

Dat Samuel Hasselhorn een schitterende liedzanger is, weten we. Zijn solomoment kwam met de eerste twee liederen van Schumanns Tragödie, het derde lied werd als duet uitgevoerd door Zaïcik en Bode... een heel mooie vondst om dit als een sobere requiem-epiloog voor de onfortuinlijke geliefden te brengen. Duetten van Brahms en Schumann vervolledigden het programma in Schubertiade-stijl. Als bisnummer zongen ze gedrieën Brahms' Wiegenlied.

Gisteren begon de avond met een kamermuziekrecital door het Danish String Quartet en drie keer Der Tod und das Mädchen. Uiteraard stond Schuberts bekende strijkkwartet op het programma. Voor hun Doppelgänger-project hadden ze de Finse componiste Lotta Wennäkoski gevraagd om een hedendaagse tegenhanger te componeren. Het werd Pige (naar verluidt, "meisje" in het Deens), een strijkkwartet in drie delen, waarin ik weinig Schubertmotieven kon ontwaren. Ze sloten hun recital af met een bewerking van het lied, waarbij de eerste viool de zanglijn van het meisje en de cello die van de dood vertolkte.

Samuel Hasselhorn en Julien Libeer keerden tenslotte terug voor een onwaarschijnlijk intense uitvoering van Winterreise. De pijn en het verdriet van de misgelopen liefde overheersen in Gute Nacht. In die mate dat ik me afvroeg of en hoe hij dit een hele avond ging volhouden. Hij slaagde daar glansrijk in, maar toch werd het geen eenzijdige interpretatie: een heel scala aan gevoelens en de bijhorende vocale kleuren passeren gedurende de cyclus. Het sarcasme overheerst in Die Wetterfahne. In Erstarrung smeekt hij de sneeuw naar een spoor van zijn geliefde, afgerond met een tedere en liefdevolle "fliesst auch ihr Bild darin". Het doodsverlangen krijgen we te horen in Der greise Kopf, gevolgd door een liefdesverklaring aan Die Krähe.

In zijn hele houding en gezichtsuitdrukkingen tijdens het recital, geeft Hasselhorn blijk dat hij constant "in" de cyclus zit. In Der Leiermann fixeert hij bijvoorbeeld een punt achterin de zaal, waardoor je de neiging moet onderdrukken om achterom te kijken... een "truuk" die hij ongetwijfeld onthouden heeft van de Quasthoff-Meisterkurs tien jaar geleden. Hasselhorn verliest dan ook geen moment het contact met het publiek. Libeer gebruikt soms wat veel pedaal naar mijn smaak, maar ook hij speelt een memorabele partij en benadert Winterreise als een solistisch pianowerk, waarbij hij zelfs amper naar de partituur kijkt. Een heel indrukwekkende uitvoering van beide artiesten.

Publicatie: zaterdag 15 oktober 2022 om 08:38
Rubriek: Liedrecital