Il Grand' Inquisitor

Richard III in Antwerpen

Het is al verschillende jaren geleden dat er in Antwerpen nog eens een opera gecreëerd werd - als we tenminste Achilleus even niet in beschouwing nemen. In opdracht van de Vlaamse Opera schreef Ian Burton een libretto op basis van Shakespeares toneelstuk Richard III, waarna de Italiaanse componist Giorgio Battistelli daar muziek bij componeerde. Maar Giorgio Battistelli heeft een probleem. Hij beschikt niet over de inspiratie en/of het vakmanschap om een avondvullende opera te schrijven.

Vooral het eerste bedrijf is een monotone, melodieloze compositie geworden met een dik orkestraal tapijt. Er wordt bijna constant op hetzelfde, net te luide, volume gespeeld waardoor de zangers wel hoorbaar, maar niet verstaanbaar zijn... daarom dat ze waarschijnlijk boventitels uitgevonden hebben. Als alles met één "f" minder gespeeld zou worden, dan zou ik na een uur waarschijnlijk geen hoofdpijn gehad hebben.

Het libretto van Ian Burton bevat nochtans genoeg elementen, waar volgens mij meer mee te doen is. Neem bijvoorbeeld de eerste aria van Richard "Now is the winter of our discontent". Dat is een soort karakterdefiniërend moment dat te vergelijken is met Iago's "Credo". Maar aangezien dat moment klinkt zoals al de rest, krijg je nooit de indruk dat daar de kern van Richards wezen verteld wordt. Er is wel één scène in het bedrijf die even voor rust zorgt, namelijk de scène met de twee prinsjes. Aangezien die twee rollen gezongen worden door een contratenor en een jongenssopraan, besefte Battistelli blijkbaar toch dat hij hen beter niet platslaat met het orkest.

Het tweede bedrijf is oneindig veel gevarieerder. De scene waarin de Duchess of York (Richards moeder) Richard III de mantel uitveegt, vond ik de beste scène van de hele opera. De nachtmerrie van Richard III, als zijn slachtoffers hem komen bezoeken, is ook een sterk moment. Ook als Tyrrel over de moord op de twee prinsjes vertelt - "The tyrannous act is done!" - is ontroerend, net zoals het slotkoor... Die koortussenkomsten worden off-stage in het Latijn gezongen. Voor het eerste bedrijf heeft Ian Burton ook verschillende van die Latijnse koren voorzien. Als Battistelli die koren op een vergelijkbare contemplatieve manier zou behandeld hebben als het slotkoor, dan zouden er ook wat meer rustpunten in het eerste bedrijf gezeten hebben. Dat zou de natuurlijke golfslag van de opera misschien ten goede gekomen zijn, in plaats van de afstomping die nu optrad.

Maar ook het libretto van Burton is niet zonder problemen. Een van de zaken die een librettist moet doen bij een Shakespeare-bewerking is scènes en personages wegknippen. En vooral in dat laatste is hij niet ver genoeg gegaan. Er zijn talloze nevenpersonages, die amper voorgesteld worden en die op den duur niet meer uit elkaar te houden zijn. Als er daar een aantal van samengevoegd zouden worden, dan zou dat het verhaal een stuk doorzichtiger maken... ook al zou dat betekenen dat er wat minder doden vallen.

Robert Carsen zorgde uiteraard voor de enscenering van Richard III. Hij laat de opera afspelen in een circus waar iedereen in het zwart gekleed is, inclusief zwarte (bol)hoeden en paraplu's... we zijn in Engeland, nietwaar ? Voor "The battle of Bosworth" wapenen ze zich trouwens met spaden. In deze omgeving speelt Richard III - vertolkt door Scott Hendricks - zijn spel. Hij is bijvoorbeeld niet de mismaakte koning, maar speelt zijn misvorming... om medelijden op te wekken ? om een alibi te hebben voor zijn machiavellistische trekken ? Het is in allegeval een sterke vertolking. Alleen spijtig dat hij geen échte muziek te zingen krijgt.

Publicatie: donderdag 10 februari 2005 om 18:19
Rubriek: Opera