The convert in Antwerpen
Wim Henderickx heeft zich door de roman De bekeerlinge van Stefan Hertmans laten inspireren tot de Engelstalige opera The convert. Gisteren ging deze opera in Antwerpen in première onder de muzikale leiding van Koen Kessels.
Vigdis/Hamoutal
De opera vertelt het levensverhaal van Vigdis, vanaf haar geboorte in 1070 in Rouen tot haar dood in 1099 in Moniou. Ze is geboren als christen, maar wordt verliefd op de joodse David. Ze bekeert zich tot het jodendom en neemt een nieuwe naam Sarah Hamoutal aan, waarna ze constant op de vlucht zijn. Ze trouwen en krijgen drie kinderen. Twee van die kinderen worden ontvoerd, tegelijkertijd wordt David vermoord. Haar derde kind sterft later ook op weg naar Caïro in het zog van de kruistochten. Ze wordt verkracht, komt op een brandstapel terecht, maar wordt gered door een rabbijn tot ze waanzinnig in een synagoge sterft. Kortom, voldoende stof voor een dramatische en avondvullende opera.
Krystian Lada heeft de roman omgewerkt tot een libretto in twee bedrijven en elf scènes, met centraal in de zesde scène de pogrom waarin Hamoutal haar man en twee kinderen verliest. De twee godsdiensten staan als boeksteunen aan het begin en einde van de voorstelling. Tijdens de eerste doop van Vigdis horen we Gregoriaanse teksten, fragmenten uit het Magnificat en het Credo. Bij haar dood weerklinkt de joodse Kaddish.
Wim Henderickx gebruikt een breed klankspectrum. Zo stuurt hij elektronische muziek door de luidsprekers, alhoewel dat waarschijnlijk beter werkt voor wie parterre zit, en breidde hij het orkest uit met een paar oosterse muziekinstrumenten. Doorheen de opera zijn muzikale intermezzi voorzien waarin de dromen van Vigdis uitgedrukt worden.
De rol van Vigdis werd vertolkt door Lore Binon. Haar lichte sopraan priemt goed door het orkest, voor de dramatischere momenten komt ze een beetje geforceerd over. Vincenzo Neri, de bariton die we eerder als Marcello hoorden, zingt - onder andere - een mooie David. Dat is ook een constante: de meeste zangers vertolken verschillende rollen. Guido Jentjens levert een monumentale bas voor onder andere Vigdis' vader Gudbrandr en Rabbi Todros.
Die talloze meervoudige rolinvullingen vragen heel wat omkleedwerk. De regisseur Hans Op de Beeck heeft dat opgelost door die transformaties op scène te laten plaatsvinden. Links en rechts op het podium staan schminktafels waarin de zangers geprepareerd worden. Hij laat dan ook alles in een theater afspelen. Hij heeft zeventien schilderijen geschilderd die uitvergroot als achtergrond zichtbaar zijn. Twee machinisten zorgen via grote tandwielen en katrollen voor de omwisseling van die achtergronden zoals in een oud barok theater. Het probleem met dit concept is dat dit de dramatiek van de voorstelling erg afzwakt - het is "maar" theater - waardoor ik de voorstelling nooit echt beleefde.
Het is misschien typisch voor hedendaagse regisseurs, maar zelfs voor een wereldcreatie blijken ze zich niets aan te trekken van het libretto. Het grootste mankement hierin zijn die droomscènes, die door de regisseur straal genegeerd worden en gereduceerd worden tot scènewisselingsmomenten. Dan voegt hij er nog wat zaken aan toen... zoals een dubbelgangster van Vigdis in een rolstoel, die het grootste deel van de avond ergens doelloos aan de kant staat. Al zijn er ook verschillende mooie momenten, zoals de enscenering van de brandstapelscène. Maar ik ben ervan overtuigd dat een meer ervaren regisseur er een meer indrukwekkende een aangrijpende voorstelling had van kunnen maken.
Publicatie: woensdag 11 mei 2022 om 17:23
Rubriek: Opera