Katharina Konradi in Berlijn*
De Schubertweek in de Boulez-Saal werd vandaag afgesloten met het recital van Katharina Konradi en Eric Schneider.
Konradi heb ik ook recent voor de eerste keer gehoord, ook in de Wigmore Hall. Een van de eerste zaken die opvalt, is dat ze zo goed als niet beweegt... zelfs geen occasionele handbeweging om een punt te maken. Alles gebeurt in haar stem: een sopraan van de heldere en zuivere lijn. Haar programma was opgebouwd uit allemaal verschillende groepjes liederen met elk een eigen sfeer, en die niet zozeer één grote boog spande over het volledige recital. Ook vanavond waren er verschillende onbekendere Schubertliederen te horen.
Ze begon met een rustig - en rustgevend - groepje, van Thekla (de eerste versie) tot het bekende Das Zügenglöcklein. In het tweede hoofdstuk danste ze swingend door Im Haine, gevolgd door een opgewekte vertolking van het lentelied Das Lied im Grünen, zij het met een lichte ondertoon van melancholie. Daarna werd het enigszins scabreus met de zeldzame Hölty-ballade Die Nonne, waarin een non het hart van haar ontrouwe ex-geliefde laat uitrukken, het vertrappelt en verscheurt. Konradi bracht het met een ijzingwekkende terughoudendheid. Meer spookverhalen kregen we in Der Geistertanz waarin ze vooral een mooie sfeer creëerde. In het bekende Die junge Nonne hoorden we een goed contrast tussen de storm in de piano van Schneider, die trouwens in opvallend goede doen was, en de berusting van de jonge non in het korte leven dat ze gehad heeft... de haren in mijn nek gingen ervan rechtstaan.
Met de drie Mignon-Lieder (D877) kwamen we op bekend terrein. Ze smeedt Nur wer die Sehnsucht kennt, Heiss mich nicht reden en So lasst mich scheinen tot één geheel waarin vooral het lijden centraal staat en iets minder de Sehnsucht. Met Verklärung en zijn Bachachtige piano-intro blijven we in dezelfde sfeer. Ook het Rückert-lied Dass sie hier gewesen geeft ze een spiritueel karakter, waardoor het daar mooi bijaansluit. Leiden der Trennung is de perfecte inleiding tot Schulzes An mein Herz. Daarna terug naar Thekla, in de tweede, strofische, versie. Ze sloten het recital af met de liederen van Florio en Delphine. Vooral Delphine zou als een bisnummer gebracht kunnen worden, maar Konradi bracht haar expressie terug tot de intieme sfeer die beter aansluit bij Thekla. Ze is een wonderbaarlijke zangeres die meer houdt van de subtiele en breekbare kleuren van een aquarel dan de dikke klodders op een olieverfschilderij...
Publicatie: zondag 24 januari 2021 om 21:59
Rubriek: Liedrecital