Il Grand' Inquisitor

Chiejina, Riches en Leggett in Londen*

In Londen zijn de concertzalen nog altijd gesloten, maar het London Song Festival blijft recitals opvoeren en streamen. Voor de twee recitals van afgelopen weekend nam pianist en festivalleider Nigel Foster ons mee naar het begin van de 20ste eeuw.

Voor het eerste recital - Les Années Folles - stoppen we in het decadente Parijs van de jaren '20. Voor de keuze van de liederen stond de muziek van de "Groupe des Six" centraal, aangevuld met een paar andere componisten zoals Koechlin, Satie of Hahn. De liederen van Poulenc zijn uiteraard welbekend. Maar liederen van Honegger, Milhaud, Durey of Auric hoor je veel minder vaak... en die van Germaine Tailleferre had ik zelfs nog nooit gehoord. Omwille van de repertoireverruiming alleen al is dit recital al interessant.

Alles werd aaneengepraat door de acteur Nick Delvalle die teksten voorlas van onder andere Ernest Hemingway of George Orwell, die ook verband hielden met de liedteksten. Als hij het over "Les Ballets Russes" heeft, krijgen we nadien Ballet van Poulenc​ of Danseuse van Satie te horen. Verhalen over de Moulin Rouge werden verlevendigd door L'oiseau en cage van Koechlin of Mon mari m'a diffamée van Tailleferre. Cocteau maakt zijn entrée met Air du poète van Satie, en de ontmoeting tussen Man Ray en Kiki wordt geïllustreerd door Sur une jeune fille van Albert Roussel.

Muzikaal was het minder overtuigend. Enerzijds heeft dat te maken met de studio waar het recital opgenomen werd, die zo droog klinkt als een kartonnen doos. Maar anderzijds ook met de zangers. De bariton Ashley Riches is niet op zijn best in het Franse repertoire. Hij maakt teveel uitspraakfouten, zo laat hij in Poulencs La belle jeunesse "messieurs" rijmen op "épouseurs". En als hij zich in de hoogte forceert, dan wordt zijn forte een en al gebrul. Enkel trage, laag liggende liederen die niet boven mezzoforte uitkomen, zoals Locutions van Honegger, klinken goed. De sopraan Francesca Chiejina maakt ook wel uitspraakfouten, maar niet zo irritant als Riches. Haar stem klinkt soms wel wat scherp, maar ze presenteert een swingende J'ai deux amours van Vincent Scotto... als illustratie bij het beruchte optreden van Josephine Baker in de Folies Bergère.

Voor het tweede recital - The White Peacock - keerden ze gelukkig terug naar de aangenamere akoestiek van Hinde Street Methodist Church, waar vooral de piano baat bij had. The White Peacock verwijst naar een pianostuk van de, mij onbekende, Amerikaanse componist Charles Griffes dat halverwege het recital door Nigel Foster gespeeld werd. De liederen van Griffes werden chronologisch uitgevoerd zodat David Mildon aan de hand van dagboekfragmenten het korte leven van Griffes kon toelichten... van de eerste liederen toen hij als jongeling in Berlijn studeerde tot aan zijn dood in 1920, amper 35 jaar oud, ten gevolge van de Spaanse Griep.

Uit zijn Berlijnse periode dateren een paar Duitse liederen, waarvan ik vooral het Heine-lied Nacht liegt auf den fremden Wegen wel charmant vond. De jonge mezzo Rebecca Leggett heeft wel de goede ingesteldheid als liedzangeres met aandacht voor de tekst en het - weliswaar afwezige - publiek. Maar vocaal is nog niet alles in goede vorm. In de buitenste registers verdwijnt de kern uit haar stem en in de hoogte wordt haar intonatie dubieus. Maar ze kan wel overtuigen, en zelfs ontroeren, in een lied als La fuite de la lune op een gedicht van Oscar Wilde.

Het mooiste groepje liederen was datgene waarin Griffes begint weg te dromen naar verre oorden. Zo fantaseert hij over de Pacific en Hawaii met de sensuele melancholie van Waikiki. En in The Old Temple weet hij perfect de Oosterse sfeer van China te evoceren. Nadien hij reist hij verder naar Java voor een enigszins naïef liedje als Kinanti, maar wel ontwapenend mooi.

Publicatie: woensdag 25 november 2020 om 20:32
Rubriek: Liedrecital