Il Grand' Inquisitor

Harriet Burns en Ian Bostridge in Leeds*

De pianist Joseph Middleton is ook de artistiek leider van Leeds Lieder. Vandaag was het eerste recital van dit driedaags festival in "Leeds Town Hall"... mét een serieus ingeperkt publiek, maar ook te volgen via livestream.

Net zoals bij het recente Oxford Lieder Festival begon elk recital met een optreden van een jonge zanger. Vandaag was dat de sopraan Harriet Burns, die ook in Oxford al twee keer te horen was. Zij had Schuberts drie "Ellens Gesänge" uitgekozen.

Ik kan niet genoeg benadrukken wat een fantastische liedzangeres Burns geworden is. Ze bracht een doorleefde vertolking van Raste Krieger. Als ze zich de droom van haar slapende geliefde voorstelt, dan doet ze dat met een ontroerende tederheid. Ze legt dan wat meer gewicht en nadruk in haar stem als ze de oorlogsgeluiden evoceert die haar geliefde niet uit zijn slaap mogen halen. In een mooie en originele Jäger, ruhe von der Jagd is ze meer de bezorgde vrouw dan iemand die een slaaplied zingt. Het beroemde Ave Maria heeft natuurlijk een fantastische melodie. Maar in de handen van een mindere zangeres kan het lied wat eentonig worden. Harriet Burns vindt echter telkens weer nieuwe kleuren om dit gebed heel de tijd boeiend te houden.

Deze drie liederen alleen waren de belachelijk lage ticketprijs van 4,50 pond al meer dan waard. Het hoofdoptreden van Ian Bostridge was dan ook een extraatje, zij het een waar ik geen al te hoge verwachtingen voor koesterde. Je kan veel zeggen over Bostridge, maar niet dat hij Winterreise niet zou kennen. Hij heeft Schuberts cyclus al honderden keren gezongen en zijn boek Schubert's Winter Journey - Anatomy of an Obsession is de moeite van het lezen waard.

Nu, het was vandaag de eerste keer dat ik Bostridge live Winterreise hoorde zingen... en vermoedelijk ook de laatste keer. Het moet zowat de meest excentrieke uitvoering zijn die ik ooit gehoord heb. Er is natuurlijk zijn podiumgedrag, dat zo mogelijk nog erger is dan vroeger. Hij loopt constant rond, doet zijn rekoefeningen aan de piano en gaat op de vleugel liggen. Hij zingt in alle mogelijke richtingen (gelukkig pikken de microfoons toch alles op) en gaat regelmatig met zijn rug naar het publiek staan om de architectuur van de zaal te bewonderen.

Maar ook vocaal is het excentriek. Ik heb uiteraard geen probleem met het gebruik van allerlei kleuren en occasioneel een lelijke klank voor dramatisch effect. Maar in dit geval gaat het zo ver dat het meer geluidseffecten worden en geen zang meer. Je blijft gefascineerd luisteren om te horen wat hij allemaal bedenkt, maar daardoor gaat het groter geheel verloren.

Zo krijgen we gerochel in Gute Nacht, een cynische Erstarrung, een onheilspellend fluisterende boom in Der Lindenbaum (wat op zich niet zo gek is) of een kauwend slot van Auf den Flusse. Zijn stem kraakt half bij het "Liebsten Haus" van Wasserflut en na een afgerateld begin en overdreven staccato middendeel van Rückblick moest hij even pauzeren voor een slokje water.

Er is op zich niets op tegen dat hij Irrlicht mysterieus laat klinken, maar hij heeft niet meer de stem voor de diepte van de "tiefsten Felsengründe". Na een springerige Die Post is Der greise Kopf redelijk goed, ondanks wat vreemde vertragingen. Maar het is weer om zeep bij een grauwelende Die Krähe of een verkapte uitvoering van Der stürmische Morgen. Met gebalde vuisten blaft hij zich door Mut... het einde is in zicht. Na een onmetelijk lange pauze na Der Leiermann brak toch een ovatie los.

Publicatie: donderdag 29 oktober 2020 om 21:02
Rubriek: Liedrecital