Gerald Finley in Wigmore Hall*
Met liedrecitals van onder andere Christian Gerhaher, Sarah Connolly en Konstantin Krimmel heeft Wigmore Hall een vliegende seizoensstart genomen. Het recital vandaag met Gerald Finley en Julius Drake is er ook één om in te kaderen en her te beluisteren... en her te beluisteren... en her te beluisteren...
Het eerste deel was volledig Frans met liederen van Fauré en Duparc. De wonderbaarlijke en donkere stem van Finley kunnen we meteen in Chanson d'amour in al zijn glorie bewonderen. Zijn warme houtblazersklank gaat in de climax van Les berceaux - "tentent les horizons qui leurrent" - over naar stralend koper om gevoelsvol te eindigen met "par l'âme des lointains berceaux". Het is het perfecte bruggetje naar Fauré's laatste liedcyclus L'horizon chimérique met bijvoorbeeld een mooi uitstervend slot in de maanhymne Diane, Séléné.
Bij Duparc kregen we een passionele Sérénade met een bitterzoet einde. Maar het is Julius Drake die vooral in deze Duparc-liederen schittert met bijvoorbeeld onheilspellende pianoklanken in Le manoir de Rosemonde, ondertussen houdt Finley de spanning vast tot de allerlaatste noot van "sans découvir le bleu manoir de Rosemonde". Drake creëert een mooie mistige sfeer in L'invitation au voyage en laat het glinsterende licht in de kanalen weerkaatsen. Ze eindigden met de arcadische rust van Phidylé in een vertolking die gaat van sensueel tot ronduit orgastisch.
Voor het tweede deel staken ze de Atlantische Oceaan over. In het groepje met liederen van Samuel Barber vielen vooral zijn Three Songs (opus 10) op. Drie teksten van James Joyce met een druppelende piano in Rain has fallen, het doodsverlangen van Sleep now dat je achterlaat met een krop in de keel of de evocatie van een groots leger met paarden en strijdkarossen in I hear an army waarin Finley de eenzaamheid van de protagonist uitschreeuwt "my love, why have you left me alone"... instant-kippenvel.
Na een paar serieuzere liederen van Charles Ives gingen ze de lichtere toer op met Memories, wat ik nog maar recent ontdekt heb tijdens het Wigmore-recital van Ailish Tynan. Tijdens het hysterische "Very Pleasant" deed Julius Drake een extra duit in het zakje door mee te fluiten en halverwege "Curtain!" te roepen voorafgaand aan de nostalgische en mierzoete aria "Rather Sad". Twee songs van Harold Arlen uit het "Great American Songbook" vond ik persoonlijk iets minder geslaagd. Cole Porters The tale of the oyster is één van Finleys favoriete ballade-uitsmijters. Ook nu kregen we weer een hilarische vertolking, inclusief aparte stemmetjes voor Mrs. Hoggenheimer en het oestertje dat een wereldreis maakt... onder andere via de maag van Mrs. H.
Voor het eerste bisnummer bleven ze in die sfeer met Coplands Ching-a-Ring Chaw, waarin Drake even moest souffleren om een verloren tekst op te vangen. Voor het allerlaatste nummer keerden ze terug naar waar ze begonnen waren met Fauré's Après un rêve...
Een subliem recital.
Publicatie: zaterdag 26 september 2020 om 22:34
Rubriek: Liedrecital