Il Grand' Inquisitor

Konstantin Krimmel in Wigmore Hall*

Oorspronkelijk zou Florian Boesch vandaag een recital geven in Wigmore Hall, maar omwille van reisbeperkingen is hij niet in Londen geraakt. De bariton Konstantin Krimmel heeft wel de weg gevonden en verving hem, met Malcolm Martineau aan de piano.

Net zoals vorig jaar in Heidelberg, begon Krimmel met een bijna identieke selectie Schubert-Wandererliederen en Loewe-balladen, die je trouwens ook op zijn jongste CD Saga vindt. Hij begon met een rustige Der Wanderer, doordrongen van eenzaamheid. Hij trok dezelfde sfeer door van An den Mond tot Der Wanderer an den Mond en zelfs tot bij Loewes Die Uhr, reflecterend over de eindigheid van het leven.

Maar zijn meeslepende vertellerskwaliteiten kwamen volledig tot leven in de andere ballades. De vastberaden Herr Oluf weerstaat een verleidende Erlkönigs Tochter tot ze haar gram haalt en hem vervloekt. Met een perfect gevoel voor timing wist hij het slot "da lag Herr Oluf und war tot" spannend te houden tot de laatste noot. In Erlkönig zien we daarenboven ook de emoties van de drie protagonisten op zijn gezicht weerspiegeld. Al zijn meesterschap komt samen in de grote Schumann-ballade Belsatzar. De dramatiek ervan brengt andere zangers soms over hun limieten. Hij weet goed te doseren, waardoor zelfs de climaxen nooit geforceerd klinken. Adembenemend was een onwaarschijnlijk lange pauze na "Buchstaben von Feuer, und schrieb und schwand". De spanning was te snijden. Moet het nog gezegd: Krimmel is een top-liedzanger.

Hij is even overtuigend in het Franse repertoire. José Van Dam mag dan nog altijd de referentie zijn voor Ravels Don Quichotte à Dulcinée. Maar Krimmel zingt even verstaanbaar Frans als Duits en moet niet onderdoen voor Van Dams nobele vertolking van de Spaanse ridder. Een tikje neerbuigend in Chanson romanesque, neus in de lucht. Plechtig in Chanson épique. En in Chanson à boire wordt hij een dronken Don Quichotte zonder zijn waardigheid te verliezen. Daarnaast mag Martineau niet onvermeld blijven die weer ongehoorde, magische klanken uit zijn piano liet weerklinken.

Twee humoristische Mörike-Lieder, Selbstgeständnis en Abschied, voelden al aan als bisnummers. Maar twee ingetogere Schubert-liederen, Hoffnung en Wandrers Nachtlied, waren de echte uitsmijters. Zoals gewoonlijk blijft het recital nog een tijdje beschikbaar op het YouTube-kanaal van Wigmore Hall... gaat dat horen ! De synchronisatieproblemen tijdens de eerste Schubert-liederen moet je erbij nemen.

Publicatie: donderdag 17 september 2020 om 22:11
Rubriek: Liedrecital