Sophie Karthäuser in Flagey
Het is van 10 maart geleden dat ik nog in een concert- of operazaal geweest ben. Stilaan begint het concertleven terug op gang te komen, onder andere met de zomerconcerten op zondagavond van "Flagey on Air", weliswaar voor een beperkt publiek van slechts 100 personen. Vandaag stonden Sophie Karthäuser en Eugene Asti op het podium van Studio 4.
(foto © Shirley Suarez)
"Flagey on Air" slaat op de rechtstreekse uitzending door Musiq3 vanuit Flagey. Aan de zijkant van het podium was een salon ingericht waar de presentator van dienst interviews kon afnemen. Zo was er voor het concert en tijdens de pauze een babbel met Daniel Blumenthal over de liederen die op het programma stonden en over het beroep van liedpianist. Na het recital kwam ook Sophie Karthäuser nog even langs.
Karthäuser en Asti brachten een Duits-Frans programma. Voor de pauze kregen we liederen van Schumann te horen, halverwege onderbroken door Brahms' Intermezzo (Op. 118/2) voor piano solo. Ze begonnen met een selectie van vier liederen uit Myrthen, te beginnen uiteraard met het beroemde Widmung. Het was even wennen aan de harde akoestiek van de quasi-lege Studio 4, maar na een smachtende vertolking van Die Lotosblume of een spannende Die Hochländer-Witwe was Karthäuser volledig in haar element voor een innig-intieme Was will die einsame Träne.
Het tweede Schumann-blok bestond uit Frauenliebe und -leben. Wat gesnotter noopte Karthäuser af en toe om haar neus te snuiten, wat niet echt bevorderlijk is voor de continuïteit, maar los daarvan gaf ze een intelligente en doorleefde uitvoering. Ze beklemtoonde het cyclisch karakter van de cyclus met een opvallend nostalgische lezing van het eerste lied Seit ich ihn gesehen. Er, der Herrlichste von allen begint wel met een ongebreidelde vreugde-uitbarsting, maar evolueert dan richting melancholie. Een mooi gedragen Du Ring an meinem Finger leidt naar Süsser Freund waarin je onderhuids het verdriet van haar gestorven echtgenoot al voelt. In een hypnotiserende Nun hast du mir den ersten Schmerz getan leek ze wel in een trance. Dit was een heel sterke Frauenliebe. Ik was iets minder overtuigd van Asti, die bijvoorbeeld weinig fantasie toonde in Helft mir, ihr Schwestern of de lange epiloog nogal alledaags liet klinken.
Ik was meer gecharmeerd van zijn pianospel in het Franse repertoire, te beginnen met vijf liederen van Fauré. Aanvankelijk wordt een zorgeloze sfeer gecreëerd in Clair de lune, maar dan plots overvalt Karthäuser me met een emotionele verschuiving bij "au calme clair de lune triste et beau". Iets gelijkaardigs gebeurt in Prison als de gevangene zich al vanaf "un oiseau sur l'arbre qu'on voit chante sa plainte" in de miserabiliteit stort. Een zonnige Mandoline beëindigde dit Fauré-groepje.
Het pianostukje van Debussy The Little Sheperd was de opmaat voor "Un petit bestiaire", geïnspireerd op hun relatief recente CD-opname La bal des animaux. Na een stijlvolle Le papillon et la fleur volgde een ronduit briljante vertolking van Le paon uit Ravels Histoires naturelles. Haar natuurlijke voordracht met een onwaarschijnlijke hoeveelheid kleuren maakten dit tot het absolute hoogtepunt van de avond. Ze eindigden met de drie bekende "mélodies" van Satie met onder andere een Daphénéo, gezongen met een ontwapenende kinderlijke naïviteit. Een Poulenc bis-nummer - Violon - rondde de avond af.
Publicatie: zondag 2 augustus 2020 om 23:44
Rubriek: Liedrecital