Der Schmied von Gent in Antwerpen
Franz Schrekers laatste opera, Der Schmied von Gent, werd de afgelopen decennia wereldwijd slechts een handvol keren opgevoerd. Opera Vlaanderen voegt een nieuwe productie toe aan dat korte lijstje
Smee, seine Frau, Maria, Jozef (foto © Annemie Augustijns)
Der Schmied von Gent is een faustiaans verhaal over de Gentse smid Smee die rijk wordt na een pact gesloten te hebben met de duivel. Als na zeven jaar zijn termijn afloopt, draait hij de drie duivels een loer en kan hij het pact verbreken. Na een interventie van Sint-Jozef krijgt de oude Smee toch toegang tot de hemel. De Duitse regisseur Ersan Mondtag maakte met deze productie zijn operadebuut en brengt een kleurrijke en visueel opulente productie met de nodige humor, knettergekke kostuums en een ronddraaiend decor. De ene kant van dat decor zijn rijhuisjes van de Gentse Ajuinlei, de andere kant het Gravensteen waaruit een gigantische beeld van Baal oprijst.
Gedurende twee bedrijven gaat het allemaal goed, maar een Duitse regiseur zou zijn geld niet waard zijn als hij niet zou zorgen voor een streepje hedendaagse relevantie. In het programmaboek probeert hij een vergezocht verband tussen Smee en de Congolese dekolonisatie uit te leggen, weinig overtuigend wat mij betreft. Zo krijgt de oude Smee aan het begin van het derde bedrijf een typische Leopold II-baard en wordt een mand met afgekapte handen aangesleept. Maar wat me het meest stoorde, was dat hij de opera minutenlang stillegt zodat we ongehinderd naar de donderspeech van Lumumba kunnen luisteren. Wat een perfecte productie had kunnen geweest zijn, wordt zo met één klap om zeep gebracht.
Schreker heeft voor Der Schmied von Gent een rijke en eclectische partituur afgeleverd met muziek die gaat van geuzenliederen tot brede Straussiaanse muziektapijten waarbij ik soms ook wat Humperdinck of Berg meen te horen. Het probleem is dat de dirigent Alejo Pérez vooral de nuances tussen forte en fortissimo exploreert waardoor ik met hoofdpijn de zaal verliet. De rol van Smee is geschreven voor een grote basbariton. Net zoals voor Golaud, valt Leigh Melrose een paar niveaus te licht uit. Kai Rüütel zingt daarentegen "seine Frau" met een mooie en ruime mezzo. Ook Michael J. Scott overtuigt met zijn stralende tenor als Slimbroek en Vuvu Mpofu zingt Astarte met een goede lyrische sopraan die wel nog wat piept in de hoogte.
Publicatie: maandag 3 februari 2020 om 09:38
Rubriek: Opera