Macbeth Underworld in de Munt
De Munt opent haar seizoen met twee creaties. De eerste in de rij is Macbeth Underworld van Paul Dusapin.
Lady Macbeth, Porter (foto © Baus)
Macbeth Underworld behandelt uiteraard het thema van Shakespeares "Macbeth", zij het vanuit een ander gezichtspunt. De "underworld" in de titel verwijst naar dat standpunt: de Macbeths zitten in de hel en herleven telkens opnieuw hun leven met alle moorden die ze op hun geweten hebben... vergelijkbaar met de eeuwig durende kwellingen zoals we die kennen uit de mythologie bij Prometheus of Sisyphus. Daarbij passeren in acht taferelen alle bekende scènes: van de voorspelling door de heksen - hier worden dat "Three Weird Sisters" - tot de nederlaag bij het bos van Birnam en hun eigen dood.
De laatste opera van Dusapin dateert van vier jaar geleden. In vergelijking met Penthesilea bevalt Macbeth Underworld me veel beter. De orkestratie is "normaler" met minder soundscape-achtige effecten. Hij slaagt erin om bijvoorbeeld het koor - enkel het Dameskoor van de Munt - zodanig te verweven met het orkest (onder leiding van muziekdirecteur Alain Altinoglu) dat ze niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Er zijn wel geluidseffecten om de spookachtige atmosfeer van het verhaal te onderstrepen. Het gebruik van een luit, tamboerijn of vedel draagt bij om in bepaalde scènes de middeleeuwse hoven te evoceren.
Wat de zang betreft, bestrijkt Dusapin weer het volledige spectrum van de vocale uitdrukkingsmogelijkheden waarbij de extremen van de tessituur niet geschuwd worden. De opera begint bijvoorbeeld met een onbegeleide gesproken Proloog door Hecate, de Griekse godin van magie en geesten. Deze rol wordt vertolkt door Graham Clark. Hij zingt ook de rol van Porter, de deurwachter van de hel. Een mooie stem is voor deze rol geen noodzaak, zijn tekstexpressie knettert daarentegen dat het een lust is. Met Magdalena Kozená en Georg Nigl heeft de Munt twee podiumbeesten geëngageerd voor de twee hoofdrollen van de Macbeths. Ze geven elk een overtuigende vertolking, het enige spijtige is hun dictie. De opera is in het Engels, maar dat kan op geen enkele manier uit hun voordracht afgeleid worden. Dit in tegenstelling tot Kristinn Sigmundsson die met zijn nog altijd machtige bas de Ghost van dienst is.
Thomas Jolly tekende voor een donkere enscenering in een ronddraaiend decor van Bruno De Lavenère met een suggestieve belichting van Antoine Travert.
Publicatie: woensdag 2 oktober 2019 om 07:36
Rubriek: Opera