Italienisches Liederbuch in de Munt
Het was gisteren een triestige aanblik in de Munt. Alle balkons waren gesloten en zelfs de parterre zat niet vol voor nochtans een uitstekend liedrecital met mezzo Anke Vondung, tenor Werner Güra en pianist Christoph Berner.
Vondung en Güra vormen de helft van het kwartet dat we eerder in de Munt hoorde met liederen van Schumann en Schubert. Gisteren brachten ze met het Italienisches Liederbuch een ander hoogtepunt uit de liedliteratuur, dat samen met de Mörike-Lieder tot mijn favoriete Wolf-liederen hoort.
Het Italienisches Liederbuch bestaat eigenlijk uit twee liedboeken. Hugo Wolf componeerde de eerste twintig liederen in 1889-90, de rest kwam vijf jaar later. Ze vormen weliswaar geen strakke eenheid zoals andere liedcycli, maar er valt toch iets voor te zeggen - Graham Johnson doet dat bijvoorbeeld eloquent in het CD-boekje van zijn opname met FLott en Schreier - om de twee delen als dusdanig op te voeren. Desalniettemin kunnen zangers zich zelden beheersen om toch een eigen volgorde te bedenken om meer een dialoog te krijgen tussen de zangers. De volgorde die Prégardien en Kleiter vorig jaar in Schwarzenberg zongen, vond ik één van de meest overtuigende alternatieven.
De versie van Vondung en Güra was iets minder geslaagd. Sommige liederen stonden wat verloren tussen andere liederen. Maar dat mocht de pret niet drukken, zeker niet met een geëngageerde zangeres als Anke Vondung. Ze speelt de kijvende geliefde met overgave, alhoewel sommigen het misschien wat overdreven kunnen vinden. Maar aangezien het niet ter compensatie was van haar vocaal kunnen, vormde haar vertolkingen een consequent geheel. Liederen als Du denkst met einem Fädchen, Nein, junger Herr of Ich hab' in Penna waren hoogtepunten van uitbundige expressiviteit. Ze schrikt er ook niet voor terug om haar borststem dramatisch en expressief in te zetten. Maar daar tegenover staan ook ingetogen pareltjes als Wir haben beide lange Zeit geschwiegen met een uitgepuurde stembeheersing.
Werner Güra zat in de dramaturgische hoek waar de klappen vielen en zat er meestal wat bedremmeld bij. In tegenstelling tot Vondung stond hij te vaak aan zijn pupiter gekluisterd waardoor het contact met het publiek veel te vaak ontbrak. Zijn interpretatie was meestal wel goed, al klonk hij toch af en toe geforceerd zoals in Selig ihr Blinden. Hoe dan ook was het een mooi recital, dat afgesloten werd met een duetversie van Brahms' Da unten im Tale als bisnummer.
Publicatie: vrijdag 9 november 2018 om 13:22
Rubriek: Liedrecital