Rising Stars in Zeist
Deze middag stonden er twee recitals op het programma. Eerst een dubbelrecital - oftewel twee halve recitals - met sopraan Harriet Burns voor de pauze en mezzo Bethan Langford na de pauze. Een uur later volgde een duo-recital met mezzo Barbara Kozelj en bariton Raoul Steffani. Ik heb het meest genoten van het eerste recital.
Harriet Burns gaf een mooi visitekaartje af, samen met de pianist Ian Tindale. Dat visitekaartje bestond uit een intelligent opgebouwd Schubert- en Schumann-programma dat begon met een groepje bloemenliederen. Schumanns Die letzten Blumen starben was de overgang naar een aantal nachtliederen.
Burns zingt met een lyrische sopraan die wel niet altijd even stabiel is. Af en toe treedt een harmonica-effect op, wat haar verstaanbaarheid niet ten goede komt. Maar ze beschikt wel over voldoende uitdrukkingsmogelijkheden. In Schumanns Aufträge ziet ze wel meer treurigheid dan ik, maar die emoties zie je ook in alle details in haar gezicht. Voor een keer had ik het gevoel dat Schumanns Nachtlied - het bekende "Über allen Gipfeln" - de concurrentie aankon met Schuberts versie, misschien omdat ze het naadloos lieten overgaan in Schuberts Nachtstück.
Ze eindigden met drie Wolfliederen. Het is bekend dat Wolf een grote fan was van Wagner. Als Brünnhilde op haar rots liederen zou zingen, dan zou het als Lied vom Winde kunnen klinken. Burns heeft uiteraard geen Brünnhildestem, maar ze zingt het met overtuigende passie en vuur. Im Frühling krijgt dan weer de nodige Sehnsucht mee. Als ze haar harmonica onder controle krijgt, is dit zeker een naam om te onthouden. Ter info... ze komt volgend seizoen naar deSingel voor Graham Johnsons eerste lecture-recital over Schumann.
(foto © Clive Barda)
Bethan Langford en Ben-San Lau waren de volgende "rising stars". Het eerste deel van hun optreden was volledige gewijd aan Eichendorff-liederen, maar dan wel de minder bekende versies... zoals In der Fremde of Mondnacht van Brahms.
Langford heb ik vijf jaar geleden al eens gehoord op het Oxford Lieder Festival. Haar stem klinkt iets voller, maar is nog altijd niet ideaal. Vooral haar fluisterpiano's verstoren haar zanglijn. Interpretatief is ze vrij variabel. In Mendelssohns Das Waldschloss laat ze wel mooie kleuren horen, maar diens Nachtlied klinkt veel te vrolijk en in het Wanderlied zit geen lijn.
In het tweede deel zong ze Frauenliebe und -leben. De eerste paar liederen gingen nog vrij goed, maar vanaf Süßer Freund verliest ze de pedalen met vreemde inzetten en ongepaste treurnis. An meinem Herzen was veel te snel en Nun hast du mir den ersten Schmerz getan was overemotioneel.
(foto © Andreas Terlaak)
In het tweede namiddagrecital stonden Clara en Robert Schumann centraal en dus ook hun gemeenschappelijk Rückert-opus Liebesfrühling. Barbara Kozelj en Raoul Steffani gaven een vrij slaapverwekkende uitvoering, terwijl Gerold Huber met zijn piano volledig naar de achtergrond verdween.
Dat gebrek aan opwinding zal ook wel met de keuze van het programma te maken hebben. Gelukkig zong Kozelj Lorelei, kwestie van iedereen terug wakker te maken. Deze mezzo is trouwens een nieuwe naam voor mij, maar ze maakte geen al te beste indruk. Ze zingt met minstens drie verschillende stemmen. Haar lage noten krijgen veel borststem mee wat een heerlijk donkere klank geeft. Maar ze heeft ook een hees register en een paar luide topnoten. Op het einde van het recital had ze geen stem meer.
Steffani was vorig jaar een "rising star" in Zeist. Sindsdien is er niet veel evolutie merkbaar. Zijn bariton klinkt nog altijd even mooi, maar op interpretatief vlak gebeurt er bitter weinig. Beide zangers zongen trouwens alles met de partituur...
Publicatie: zaterdag 26 mei 2018 om 22:46
Rubriek: Liedrecital