Carmen in Luik
De Opera van Luik blijft volharden in de boosheid door ook lange opera's zoals Carmen pas om 20 uur te laten beginnen. Het werd bijgevolg weer een bijna-nachtvoorstelling, des te meer omdat de voorstelling met meer dan 20 minuten vertraging begon omdat het orkest moest wachten op de harpiste...
Carmen, Don José (foto © Lorraine Wauters)
Stefano Mazzonis di Pralafera moet wel heel veel van deze opera houden, want het is amper zeven jaar geleden dat hij Carmen op het programma zette. Die voorstelling speelde indertijd nog in hun tent en paste misschien niet op het podium van het operahuis om ze eventueel te hernemen. Henning Brockhaus tekende dan ook voor een nieuwe productie. We blijven echter in een circustent, ontworpen door Margherita Palli...
Brockhaus wilde, naar eigen zeggen, een productie zonder de gebruikelijke Carmen-clichés. Desalniettemin heb ik zo mijn twijfels of een circusvoorstelling een goede invalshoek is. Het geeft wel de mogelijkheid om allerlei spektakelmomenten te bedenken... zoals acrobaten... of Carmen die haar entrée maakt op een olifant... of smokkelaars als mime-spelers... of een circushondje dat kunstjes vertoont (kwestie van de aandacht wat af te leiden van het duet tussen Micaela en Don José)... of flamenco-dansers die aan het begin van het eerste en tweede bedrijf de voorstelling nodeloos stilleggen. Het slaat allemaal nergens op, maar laat dat de pret vooral niet drukken.
De recent gevierde Speranza Scappucci stond weer in de orkestbak en zorgde voor een bruisende uitvoering waarbij gekozen werd voor de opéra-comique-versie met gesproken dialogen. Er zijn twee bezetting voorzien. Ik hoorde gisteren de eerste bezetting met een substantiële Belgische inbreng.
Escamillo (foto © Lorraine Wauters)
Op een Belgische Carmen moeten we waarschijnlijk nog even wachten, dus kregen we met Nino Surguladze een Georgische. Vorig jaar zong ze in Damnation een veel te dramatische Marguerite. Die dramatische inslag is echter wel perfect voor een rol als Carmen. Haar Frans klinkt al iets beter, maar is nog ver van foutloos, maar is stukken beter dan dat van de Micaela.
Micaela is waarschijnlijk de rol die het eenvoudigst met Belgische zangers bezet zou kunnen worden. Maar toch vonden ze het nodig om een Italiaanse brulboei te engageren. De stem van Silvia Dalla Benetta is buiten proporties voor Micaela en hoort meer thuis in het stevigere verismo-werk. Haar ontroerende aria "Je dis que rien ne m'épouvante" werd vakkundig in de vernieling gezongen.
De twee mannelijke hoofdrollen waren dan ook interessanter, niet in het minst omdat je ze kon verstaan zonder de boventiteling te moeten volgen. Marc Laho zong een uitstekende Don José met vooral een prachtige Bloemenaria, inclusief een mezza voce slot. Hij houdt het perfect uit tot het laatste bedrijf al was er af en toe toch wat vermoeidheid te horen. Lionel Lhote zong Escamillo met een Toreadorenlied dat zowel stuwing als nuancering had... eigenlijk een te beperkte rol voor zijn interpretatieve mogelijkheden.
Publicatie: woensdag 31 januari 2018 om 09:13
Rubriek: Opera