Il Grand' Inquisitor

Macbeth in het Muntpaleis

Het had eigenlijk een herneming van de Warlikowski-productie moeten worden. Maar die paste niet in het Muntpaleis en daarom heeft de Munt aan Olivier Fredj gevraagd om een nieuwe Macbeth-productie op poten te zetten, die vrij geslaagd is.


foto's © Bernd Uhlig

Net zoals Warlikowski weet Fredj niets aan te vangen met het koor. De heksen verdwijnen in de coulissen. De rest van het koor zit op een tribune achter op het podium, vaak achter een wand. Vooral die wand is een probleem, zeker in de scène waarin Banco vermoord wordt. Een deel van de spanning komt van de dynamische kooreffecten, die in dit geval volledig afgevlakt worden.

Het koor mag toch één keer optreden. Tijdens "Patria oppressa" stromen ze langs alle ingangen de zaal binnen. Dat is bijna nooit een goed idee. Als je pech hebt, staat er een sopraan of een bas in je oor te zingen en heb je dus niets aan dat koor. Ik zat gelukkig voldoende ver verwijderd, zodat het koor toch enigszins homogeen klonk.

Als alle koorscènes koorloos zijn, betekent dit niet dat het podium gewoon leeg blijft. Ze worden vervangen door een compagnie dansers die te pas en te onpas verschijnen. De aanwezigheid van die dansers heeft wel als voordeel dat het ballet van het derde bedrijf voor een keer niet geknipt wordt.

Alles speelt zich af in een hotel. Rekening houdend met de beperkte toneelmachinerie in het Muntpaleis wordt het decor gevormd door witte generieke wanden die gemakkelijk herschikt kunnen worden. Op die wanden wordt voor elke scène een ander behang of achtergrond geprojecteerd. Zo speelt de eerste scène met de eerste voorspelling van de heksen zich af in de parkeergarage, de volgende scène in de lobby van het hotel, Banco wordt in de keuken vermoord. Voor de moord op de koning Duncan zien we de gangen van het hotel en verdwijnt Macbeth door één van de deuren van een hotelkamer. Enz.

Na de hitte van de vorige dagen, brak gisteren een stevige regenbui los boven het Muntpaleis net toen Paolo Carignani zijn eerste maatslag gegeven had... waardoor een groot deel van het eerste deel akoestisch in duigen viel. De rest van de voorstelling verliep beter, ondanks een paar bulderende Boeings en andere overvliegende Airbussen.

Drie van de protagonisten zijn dezelfde als zes jaar geleden. Scott Hendricks is een frustrerende Macbeth. Aan de ene kant hoor je allerlei Verdiaanse timbres in zijn stem. Maar tegelijkertijd drijft hij zijn dramatische inleving zo ver dat het ten koste gaat van zijn zanglijn. Een en ander kwam samen in zijn grote aria "Pietà, rispetto, amore" met legato-momenten afgewisseld met stokkende frasering.

De Banco van Carlo Colombara beviel me een stuk beter dan vorige keer. Ondertussen heeft hij zich het portamentogevoel eigen gemaakt. Zijn grote bas heeft warmte en stijl, maar ook een occasioneel intonatieprobleem. Andrew Richards zingt - ook vanuit de zaal - de tenorhit "Ah, la paterna mano" met goede slagkracht, maar zijn stem klinkt soms wat dof.

Béatrice Uria-Monzon is de nieuwe zangeres in het rijtje. Haar Lady Macbeth is een roldebuut. Het is niet zo uitzonderlijk om de Lady met een mezzo te bezetten. Uria-Monzon heeft de ruime stem voor de rol en voldoende vocale kleuren om alle aspecten van de rol uit te drukken. Maar haar stem heeft ook beperkingen. Haar lage noten - bijvoorbeeld in de briefaria - klinken verrassend zwak voor een mezzo. Anderzijds zijn haar hoge noten hard en hebben ze weinig glans. Haar beste moment was een spookachtige slaapwandelscène.

Publicatie: vrijdag 16 september 2016 om 17:18
Rubriek: Opera