Gerald Finley en Mauro Peter in Schwarzenberg
Gisteren stonden er twee liedrecitals op het programma in Schwarzenberg: in de namiddag één met Mauro Peter en 's avonds met Gerald Finley.
foto's © Schubertiade Schwarzenberg
Het programma van Gerald Finley en Julius Drake bestond uit een reeks "Antikenlieder" van Mayrhofer voor de pauze en Goethe- en Schulze-liederen na de pauze. Ze begonnen echter met Prometheus. Finley wisselde de lyrische passages en de recitatieven mooi af met vooral een krachtig slot en maakte daarbij goed gebruik van pauzes om extra spanning op te bouwen. Het was wel verrassend dat hij niet voldoende slagkracht had voor de dramatische hoogtepunten.
Na dit openingslied dankte Finley het publiek en zei hij hoe blij ze waren om terug in Schwarzenberg te zijn om hun "Deutsche Sprache zu verbessern". Dat was een verwijzing naar een incident twee dagen eerder op het einde van het recital met Ian Bostridge en Julius Drake (waar ik niet bij was). Voor het tweede bisnummer riep toen iemand uit de zaal: "bitte Deutsch lernen". Op zich is dat al onbeschoft (zo slecht is Bostridges Duits nu ook weer niet), maar Bostridges reactie was zo mogelijk nog opmerkelijker. Na dat bisnummer ging hij de zaal in en haalde hij de roeper op het podium zodat hij zijn gedacht kon zeggen. Na wat gemompel, verliet die bepekt en bevederd de zaal...
Maar terug naar Finley en Drake.
Bij de Mayrhofer-liederen waren het de intiemere liederen die het meest geslaagd waren. Hij zong een fantastisch Lied eines Schiffers an die Dioskuren met vooral een prachtig mezza voce voor de laatste strofe. Ook Freiwilliges Versinken bracht hij met een majestueuze intimiteit. Memnon begon goed, maar ook hier had hij weer moeite om de stuwende opbouw naar "fast wütend durch ein ungestillt Verlangen" goed te krijgen. Bevreemdend was zijn interpretatie van Der zürnenden Diana. Aktaion heeft de naakte Diana gezien en wordt door haar als straf gedood. Maar in plaats van levensvervullende vreugde klinkt het bij Finley alsof hij op een slagveld tenonder gaat.
Bij de Goethe-liederen waren ook de stillere liederen - Jägers Abendlied en Schäfers Klagelied - het best gelukt. In An Schwager Kronos geraakte Julius Drake snel in een hamerende pianobegeleiding, die Finley totaal overstemde. Voor de vier Schulze-liederen nam hij er de partituur bij... enigszins begrijpelijk aangezien het lange liederen zijn. Maar ik had vooral de indruk dat hij deze liederen nog niet voldoende ingestudeerd had. Dat vertaalde zich in een richtingsloze Im Walde of slabakkende Im Jänner 1817. Zeer spijtig, want ik had me verheugd op deze liederen. Ze behoren tot het beste wat Schubert geschreven heeft en kunnen, gezien hun pessimistisch en vereenzamend karakter, als een voorafspiegeling gezien worden van Winterreise.
Het is amper te geloven dat het al vier jaar geleden is dat Mauro Peter en Helmut Deutsch de Angelika-Kauffmann-Saal lieten ontploffen met Die schöne Müllerin. Toen was hij een invaller voor Anja Harteros, gisteren was het een gepland recital.
Ik kan me niemand voorstellen die momenteel een betere Müllerin zingt dan Mauro Peter. Hij zingt een perfect Schubertgetrouwe vertolking, in tegenstelling tot sommige zangers die er allerlei creatieve interpretaties aan geven die soms wel het liedequivalent zijn van het beruchte Regietheater in de opera.
Hij zingt Die schöne Müllerin met een stevig tempo: hij is pakweg een kwartier sneller klaar dan bijvoorbeeld Matthias Goerne dit voorjaar in Hohenems. Het is opmerkelijk dat zijn interpretatie één organisch geheel vormt, waardoor je zelfs op geen enkel moment het gevoel hebt dat je naar een stroom strofische liederen zit te luisteren. Ook vocaal is het een puur genot met bijvoorbeeld een ontroerende Der Müller und der Bach of een troostend slotlied Des Baches Wiegenlied.
Staande ovatie en nog een geniale Der Jüngling an der Quelle met onwezenlijk mooi piano gezongen Luises op het einde als eerste en Die Forelle als tweede bisnummer.
Publicatie: maandag 29 augustus 2016 om 09:09
Rubriek: Liedrecital