Die lustigen Weiber von Windsor in Düsseldorf
De opera van Düsseldorf heeft ook aan het Shakepspeare-jaar gedacht. Ze brengen een schitterende productie van Die lustigen Weiber von Windsor in een regie van Dietrich W. Hilsdorf.
foto's © Hans Jörg Michel
Het doek is vervangen door een gaas waarop de "Abtei im Eichwald" van Caspar David Friedrich geschilderd is. Tijdens de ouverture wordt het gaas doorzichtig en zien we de verhanging van de jager Herne, waarna kort de legende van Herne verteld wordt met tekstprojecties op dat gaas... kwestie van al te verwijzen naar de achtergrond van het laatste bedrijf.
Dieter Richter trekt die abdij ook door in het decor van het tweede bedrijf. De verpauperde ridder Falstaff heeft zijn intrek genomen in een zijkapel van de abdijkerk in plaats van in "De Kousenband"-herberg. Anna en Fenton hebben ook hun rendez-vous in die kerk terwijl ze vanuit de biechtstoel bespied worden door Spärlich en Cajus. En in het derde bedrijf krijgen we een ander zicht op die kerk voor de woudscène.
Hilsdorf verplaatst de handeling naar de 19de eeuw, zeg maar de periode van de componist Otto Nicolai, toen er ook nog bedienden waren die met een wasmand kunnen sleuren. Dit is nu de derde productie die ik de laatste jaren gezien heb, en het is met voorsprong de beste. In tegenstelling tot de psychologiserende productie in Luik werden hier wel de dialogen behouden. En in tegenstelling tot de kleurrijk moderne productie in Bonn treft Hilsdorf ook de juiste sfeer. Het blijft nog altijd een komedie en Hilsdorfs productie is grappig zonder in platvloerse kolder te vervallen.
Bij de zangers valt uiteraard de naam van Hans-Peter König op. Af en toe keert hij nog eens terug naar zijn stamhuis, al kennen we hem vooral als Hagen, Hunding of Marke in de grote operahuizen. Met Falstaff zien en horen we de buffo-kant van hem. Zijn machtige bas is nog altijd wobble-vrij en dartelt lustig doorheen "Als Büblein klein" terwijl hij ook een paar flessen ad fundum drinkt. Verkleed als "die dicke Frau aus Brentford" zingt hij met een krakende falsetstem. Deze Falstaff is een partij die hem letterlijk op het lijf geschreven is.
Bij de lustige vrouwtjes springt Anke Krabbe er weer uit als Frau Fluth met een mooie lyrische sopraan en duidelijke tekstprojectie. Marta Márquez zingt Frau Reich met een hoorbaar oudere stem, die niet voldoende kracht heeft voor de dreiging tijdens de woudscène. Hun respectievelijke echtgenoten zijn ook zeer goed bezet met Richard Sveda (die tevens schittert als de jaloerse Herr Bach) en Sami Luttinen.
Anna Reich werd gezongen door Luiza Fatyol. Ze heeft een weinig boeiende stem waardoor haar grote aria "Wohl denn, gefasst ist der Entschluss" snel begon te vervelen. Fenton was wel schitterend bezet met Ovidiu Purcel die een stralende "Horch, die Lerche singt im Hain" zong als een Duitse belcanto-aria.
Publicatie: zondag 10 juli 2016 om 08:41
Rubriek: Opera