Il Grand' Inquisitor

Tosca in Stuttgart

De "oude" Tosca-productie van Willy Decker (ze ging in 1998 in première) is nog altijd populair in Stuttgart. De 100ste (!) opvoering van deze productie was spijtig genoeg zeer middelmatig bezet.

Voor wie in de jaren '90 van vorige eeuw de verschillende Decker-producties gezien heeft in de Munt en de Vlaamse Opera (Billy Budd, Peter Grimes, Otello, ...), zal de typische Decker-handtekening ook herkennen in deze Tosca.

Er is het zwart-grijze eenheidsdecor van Wolfgang Gussmann. Er is het vrij lege podium, al zijn alle essentiële elementen wel aanwezig: madonna, waaier, dolk, een muurtje om af te springen, ... Ook de typische rode draad is aanwezig. In dit geval is dat het schilderij van Maria Magdalena. Het werd geconfisqueerd door Scarpia en hangt in het Palazzo Farnese als extra provocatie. In het laatste bedrijf ligt het verscheurd in de cel van Cavaradossi.

De drie hoofdrollen waren niet echt fantastisch bezet. Het best was nog de Cavaradossi van Dmytro Popov, alhoewel hij aangekondigd werd met een verkoudheid en eigenlijk niet zou mogen zingen. Gezien de omstandigheden, klonk hij helemaal niet slecht. Voor sommige frases nam hij wel een extra adem en soms klonk het wat ongepolijst. Maar hij heeft voldoende squillo in huis om een indrukwekkende "Vittoria" te zingen. En zelfs de intiemere momenten, zoals "O dolce mani", gingen hem nog goed af.

Adina Aaron hebben we tien jaar geleden eens als Aida gehoord in Luik. Toen was ze nog niet goed, nu is ze niet meer goed. Haar registers hangen niet meer aaneen, haar intonatie is soms twijfelachtig en haar benaderend Italiaans met slordige frasering helpt ook niet om een boeiende Tosca neer te zetten.

Michael Ebbecke was een aanvaardbare Scarpia die vooral in het tweede bedrijf redelijk kon overtuigen, maar niet voldoende gewicht heeft om het Te Deum van het eerste bedrijf te domineren.

Publicatie: donderdag 12 mei 2016 om 08:22
Rubriek: Opera