Il Grand' Inquisitor

Manuel Walser in Hohenems

Het was een slechte week voor Angelika Kirchschlager: eerst werd haar pianist ziek en een paar dagen geleden zat ze zelf met een keelontsteking. Manuel Walser en Wolfram Rieger waren de redders in nood.


foto © Schubertiade

Het is niet de eerste keer dat ze insprongen bij de Schubertiade. Toen Luca Pisaroni vorig jaar vergeten was dat hij naar een verjaardagsfeestje moest en dan maar zijn verkoudheidexcuus bovenhaalde, brachten Walser en Rieger een fenomenale Winterreise. Mijn verwachtingen waren dan ook hoog gespannen... en die werden volledig ingelost. Op het programma stond geen Schubert - wat de Schubertiade-doelstelling om alle Schubertliederen uit te voeren verder hypothekeerde - maar wel Schumann, Strauss en Wolf.

Een selectie van zes liederen uit het Italienisches Liederbuch opende de avond. Ze vormden een klein verhaaltje van Ihr seid die Allerschönste over Ein Ständchen euch zu bringen en Hoffärtig seid ihr tot Wie viele Zeit verlor ich. Het is een soort mini-Dichterliebe, waarin Walser meteen al zijn kunnen ten toon spreidde: een perfecte dictie, een homogene stem met mooi resonante laagte, alle vocale kleuren die je je maar kan wensen en de nodige intelligentie om elk lied tot in detail uit te werken. Hij bevestigt daarmee zijn plaats tussen de jonge generatie liedzangers als Mauro Peter, Sylvia Schwartz of Benjamin Appl.

Als een zanger Strauss op zijn programma zet, dan is de kans vrij groot dat er wel een lied uit het Opus 10 tussenzit. Het gebeurt echter zelden dat het volledige opus met acht liederen op gedichten van Hermann von Gilm zu Rosenegg gezongen wordt. Daarmee kregen we ook eens liederen als Die Verschwiegenen of Die Zeitlose te horen, naast de klassiekers als Zueignung, Die Nacht of Allerseelen. Het zijn stuk voor stuk liederen waarin Wolfram Rieger zich kan uitleven met vooral een adembenemende Die Nacht.

De hoofdbrok van de avond was echter Schumanns Dichterliebe. Ook hier valt weer op hoe Walser zich volledig overgeeft aan de muziek, in perfecte symbiose met Rieger. De tekst staat letterlijk centraal met bijvoorbeeld de tongbreker Die Rose, die Lilie die opgebouwd wordt rondom "die Eine", of het contrast tussen het majestueuze Ich grolle nicht en het intieme Und wüßten's die Blumen. De lessen van zijn leermeester Thomas Quasthoff zijn duidelijk in een lied als Hör ich das Liedchen klingen en hoe hij vanaf de eerste noot van de piano-inleiding in het lied zit en ook de spanning vasthoudt tijdens het naspel. Hartverscheurend is dan weer Ich hab' im Traum geweinet dat vanuit het niets ontstaat en dan met een boog van een crescendo uitmondt bij "strömt meine Tränenflut".

Als bisnummers kregen we nog Schumanns Tragödie en Strauss' Heimliche Aufforderung. En als het publiek nog iets langer zou aangedrongen hebben, hadden we misschien ook nog een Wolfnummertje gekregen als afsluiting van een memorabel liedrecital.

Publicatie: zaterdag 7 mei 2016 om 07:47
Rubriek: Liedrecital