Il Grand' Inquisitor

Manuel Walser in Schwarzenberg

Deze avond zou Luca Pisaroni een recital zingen in Schwarzenberg, maar hij heeft omwille van een verkoudheid afgezegd. Op zich was dat wel spijtig want hij had een heel mooi Mayrhofer-Heine-Goethe-programma voorbereid, wat met Wolfram Rieger aan de piano ongetwijfeld een feest zou worden. In de plaats kregen we de jonge bariton Manuel Walser... met dezelfde pianist... maar met een ander programma: Winterreise.


foto © Schubertiade Schwarzenberg

Nu, het is niet de eerste keer dat Manuel Walser op het podium van de Angelika-Kauffmann-Saal staat. Acht jaar geleden was hij hier ook al, zij het als deelnemer aan de master class van Thomas Quasthoff. Hij was toen nog een piepjonge, amper 18 jaar oude, bariton met een nog wat weke stem. Nadien is hij nog bij Quasthoff in Berlijn gaan studeren en heeft hij in 2013 diens Lied-wedstrijd gewonnen.

Sommigen zullen hem nog te jong vinden voor Winterreise, maar voor mij maakt dat het verschil tussen echte en occasionele liedzangers. Echte liedzangers wachten niet tot ze pakweg 45 jaar of ouder zijn om met Winterreise te beginnen en er dan een miserabele CD-opname van te maken... om een wereldberoemde tenor even niet te noemen.

Manuel Walser zingt een persoonlijke Winterreise, die rekening houdt met de huidige mogelijkheden van zijn stem. Hij laat zich bijvoorbeeld niet verleiden om in Frühlingstraum zijn stem geweld aan te doen om de hanen expressief te laten kraaien. Hij gaat uit van zijn sterke punten, zoals een warme en kleurrijke middenstem, een degelijke laagte en een fantastisch mooi mezza voce, ook in de hoogte.

Het enige waar hij nog niet over beschikt, is een echt fortissimo. Daardoor heeft het slot van Mut - "Sind wir selber Götter !" - nog niet de impact die hij graag zou hebben. Idem voor het tweeluik van Einsamkeit en Die Post, letterlijk halverwege de cyclus. Zoals bekend was Einsamkeit het slotlied van de oer-Winterreise toen de cyclus nog maar uit twaalf liederen bestond. De meeste zangers pauzeren daar even vooraleer aan het tweede deel te beginnen, maar Walser en Rieger brachten deze twee liederen in één boog met een uitputtend emotionele vertolking van Die Post als climax... en dan pas een korte pauze.

Het tweede deel begon dan met Der greise Kopf en dat "beginnen" kan zelfs letterlijk genomen worden. Op dat punt verwisselde Rieger zijn partituur om pas bij Die Nebensonnen terug over te schakelen naar zijn oorspronkelijke partituur. Vermoedelijk had Walser die liederen in een andere toonaard ingestudeerd dan wat Rieger toevallig in zijn valies had zitten.

Het pianospel van Wolfram Rieger heeft trouwens in grote mate bijgedragen aan het succes van deze Winterreise. Rieger is sowieso een van de weinige echte top-liedpianisten van het moment, maar deze keer overtrof hij toch zichzelf met alle details die hij weer in de pianopartituur vond, vaak op plaatsen waar je het niet verwacht.

De evocatie van de wind bijvoorbeeld in Die Wetterfahne krijgt bij "Der Wind spielt drinnen mit den Herzen" een haast spookachtig karakter. In Erstarrung hoor je de Wanderer zoeken "nach ihrer Tritte Spur", waarbij hij als het ware telkens weer een andere steen omdraait op zoek naar haar voetsporen. En aangezien elke steen anders is, klinken die ook allemaal anders in Riegers piano.

Zijn begeleiding van Das Wirtshaus was ronduit fenomenaal. Dat lied begint pianissimo en bouwt crescendo op tot het fortissimo slot. Het is gewoon verbluffend te horen hoeveel nuances Rieger ter beschikking heeft tussen die twee dynamische uitersten. Ik kan me zelfs voorstellen om Rieger een hele Winterreise te laten spelen zonder zanger... en waarbij je toch het gevoel krijgt dat je niets gemist hebt.

Publicatie: zondag 23 augustus 2015 om 21:55
Rubriek: Liedrecital