Il Grand' Inquisitor

Daniel Behle in Schwarzenberg

Aan tenors is er deze Schubertiade geen gebrek. Na Mauro Peter, Christoph Prégardien en Piotr Beczala is Daniel Behle de vierde tenor deze week. Samen met pianist Alexander Schmalcz verzorgde hij het laatste liedrecital van deze Schwarzenberg-editie.


foto © Schubertiade Schwarzenberg

In het programmaboek van de Schubertiade staat achteraan een lijst met alle werken van Schubert. Daarbij wordt aangegeven wat al ooit opgevoerd werd en wat nog niet. Zo zijn er nog ettelijke liederen die de afgelopen 40 jaar nog nooit weerklonken op de Schubertiade. Met dit recital werden niet minder dan vier van die gaten gevuld.

Van sommige van die liederen is het te begrijpen dat ze nog nooit opgevoerd werden. An den Schlaf is waarschijnlijk een onafgewerkt lied. Met het jeugdwerk Die Schatten (D50) valt geen eer te behalen omwille van de vele hoge noten. Maar Der Entfernten heeft wel een zekere charme en zou niet misstaan in het repertoire.

Het is daarenboven verrassend dat Daniel Behle nog nooit mijn liedpad gekruist heeft: hij is al vooraan in de 40 en heeft ook al een behoorlijke lieddiscografie opgebouwd. Ik heb hem wel al een paar keer in opera gehoord, recent nog in de Brusselse Alcina. Hij heeft een lichte, slanke tenor met uistekende expressieve mogelijkheden. Net zoals de meeste zangers deze week stond er een pupiter voor zijn neus... enigszins begrijpelijk voor al die onbekende liederen, alhoewel de sopranen deze week - Karg, Kleiter en Rae - wel de moeite gedaan hadden om alles in te studeren.

Die onbekende liederen waren allemaal verzameld in de eerste helft van het recital. Het eerste lied was er één om snel te vergeten. De 14-jarige Schubert schreef Der Vatermörder (D10!) in grote operastijl met een kolkende pianopartij. Het ligt ongemakkelijk hoog met lange stukken in de passaggio-zone en met veelvuldige hoge la's... en hoger. Ideaal heeft de zanger daar iets meer opwarmingstijd voor nodig. Al die hoge noten kwamen dan ook piepend uit Behles keel. Ik vermoed dat hij er zo snel mogelijk vanaf wou zijn.

Der Flug der Zeit, met zijn wiegend barcarolle-ritme, was het enige minder onbekende lied van deze reeks dood- en graf-gerelateerde liederen, met uitzondering van Erlkönig dat ons warm moest maken voor het vervolg na de pauze. Behle was niet helemaal overtuigend in dit beroemde Goethe-lied. Hij begon wel goed, maar na verloop van tijd vervaagde het vocale onderscheid tussen de drie karakters. "Mein Vater, mein Vater, jetzt fasst er mich an" klonk bijvoorbeeld meer als de paniekerige vader dan de stervende jongen.

Na de pauze kwamen dan al de grote Schubertliederen met als hoogtepunt de twee Rückert-liederen. Na een letterlijk adembenemde Sei mir gegrüßt volgde een van de beste uitvoeringen van Du bist die Ruh die ik ooit gehoord heb. Hij begon mezza voce en houdt dat vier strofen vol. Voor de climax van de laatste strofe - "Dies Augenzelt ..." - verplaatst hij zijn stem om in de eerste doorgang crescendo op te bouwen tot "erhellt". In de herhaling doet hij het nog eens, maar zingt de eerste hoge noot van "(er)-he-ellt" piano en doet er voor de tweede noot nog een diminuendo bij. Ik heb het al veel zangers horen proberen, maar weinigen lukken. En als je het dan hoort: kippenvel !

Hierna waren Ganymed en Am Tage Aller Seelen een koud kunstje. Voor het laatste lied kregen ze het gezelschap van hoornist Ab Koster voor een uitvoering van Auf dem Strom die best nog wat meer repetitietijd had mogen hebben. Voor de bisnummers hielden ze het heel traditioneel met Heidenröslein (de vierde keer al deze week) en Die Forelle.

Publicatie: zaterdag 29 augustus 2015 om 21:19
Rubriek: Liedrecital