Il Grand' Inquisitor

Der fliegende Holländer in Luxemburg

"Versank ich jetzt in wunderbares Träumen" vraagt Senta zich in het tweede bedrijf af. De productie van Alexander Schulin in Luxemburg lijkt zich vooral in die droom- en fantasiewereld van Senta af te spelen en maakt daarmee Senta tot de protagonist van Der fliegende Holländer.

Vanaf het begin staat Senta op de scène, een lappenpop van de Holländer meeslepend, en dirigeert alles wat gebeurt. Met één armbeweging laat ze de matrozen of haar vader verschijnen en terug verdwijnen. Als de Holländer verschijnt, sleurt hij een podiumvullende cape met zich mee. Een mooi beeld: het is alsof de zee zich aan hem vastklampt, pas aan het einde van zijn monoloog doet hij de cape uit en is hij - even - verlost.

Alles speelt zich af in een eenheidsdecor. Twee muren die met een sterk perspectief naar elkaar toelopen, worden onderbroken met twee zijgangen. Op halve hoogte loopt over de volledige lengte van de muur een videoscherm... een soort aquarium waarin beelden van ogen en golven elkaar afwisselen. En bloed, als Senta zich op het moment van de zelfopoffering te pletter loopt tegen de achterwand, zich omdraait en bij het slotakkoord vooraan uit het decor stapt.

De ideeën zijn misschien niet altijd even origineel, maar het zijn dit soort strakke, moderne enscenering die me zeer bevallen. Het is geen toeval dat Schulin een tijd assistent geweest is van Chéreau...

De Opera van Luxemburg voerde de Parijse "oerversie" uit 1841 op. Op het eerste zicht is er niet zoveel anders dan wat we gewoonlijk horen. De handeling speelt zich af in Schotland in plaats van Noorwegen, Daland en Erik heten in deze versie nog Donald en Georg.

De muzikale curiositeit komt vooral van het orkest. François-Xavier Roth dirigeert Les Siècles, dat zich specialiseert in uitvoeringen op historische instrumenten. Dat vertaalt zich in minder opdringerige blazers en een meer afgeronde, minder overweldigende orkestklank. Bijvoorbeeld de begeleiding van de eenzijdige koordialoog van het derde bedrijf is minder hoekig. Maar ook de rest van de partituur klinkt transparanter.

Voor een productie die Senta centraal stelt, heb je natuurlijk een eersteklaszangeres nodig. Ingela Brimberg, die een paar jaar geleden de Huguenots-Valentine zong in de Munt, is een fenomenale Senta. Haar stem is groot en mooi homogeen, enkel de allerhoogste noten klinken wat scherper. Ze zong een huiveringwekkende ballade, maar het was vooral in het duet met de Holländer dat ze in de diepte werkte.

Ze kreeg indrukwekkend repliek van Alfred Walker, die met zijn flexibele bariton de Holländer gestalte geeft. Liang Li heeft een mooie bas waarmee hij Donalds "Mögst du mein Kind" bijna als een buffo-aria zingt. Marcel Reijans was een uitstekende Georg, in tegenstelling tot mijn verwachtingen na zijn teleurstellende Tristan. Met Maximilian Schmitt hadden ze een ideale Steuermann in huis. En Kismara Pessatti vervolledigde als Mary deze zeer overtuigende bezetting.

Publicatie: zondag 10 mei 2015 om 09:04
Rubriek: Opera