Il Grand' Inquisitor

Chovanshchina in Antwerpen

Het Belgische publiek heeft midden de jaren 90 kennis kunnen maken met Mussorgsky's Chovanshchina in de Muntproductie van Stein Winge, wat ik nog altijd als één van de mijlpalen uit de Foccroule-periode beschouw. De productie van David Alden in Opera Vlaanderen moet daar nauwelijks voor onderdoen. Vooral muzikaal is het een sterke productie. Chovanshchina is dan wel een monumentaal werk, maar blijkbaar nog te onbekend om de zaal voor de première te kunnen vullen.


foto's © Annemie Augustijns

Dirigent Dmitri Jurowski begint meteen met een mooie transparante ouverture. Heel de voorstelling door bewaakt hij de balans met de solisten. De zangers worden nooit overstemd, ongetwijfeld mede te danken aan het decor van Paul Steinberg dat de stemmen letterlijk de zaal in katapulteert.

Het zijn in de eerste plaats de drie bassen van de drie concurrerende facties die indruk maken. Ante Jerkunica kennen we al van zijn Sarastro en Marke. Met zijn rijke bas schildert hij een bijwijlen aggressieve Ivan Khovanski. Alexey Tikhomirov heeft dan weer een nobele en machtige bas, waarmee hij als Dosifei kan ontroeren. Oleg Bryjak, eerder dit jaar nog ingevallen als Alberich in Bayreuth, zingt niet altijd even juist, maar heeft wel een indrukwekkende hoogte.

De reeks grote stemmen wordt vervolledigd met de Marfa van Julia Gertseva. De tenors zijn typische Slavische stemmen met een nasale klank. Dmitry Golovnin is een degelijke Andrei Khovanski. Vsevolod Grivnov heeft een weinig aangename stem, wat niet helemaal ongepast is voor Golitsyn.

Maar dé ster van de avond is het koor. Zij zorgen voor de meest aangrijpende momenten. De a capella klaagzang in het eerste bedrijf of de slotscène beklijven.

David Alden zorgt voor een goed uitgewerkte koorregie en slaagt erin om het redelijk complexe verhaal toch leesbaar te maken. Dit gebeurt in de eerste plaats via de onderscheiden kostuums. Je kan je wel vragen stellen bij de effectiviteit van de rode camouflagepakken van de Streltsy, maar ze contrasteren wel mooi met de zwarte kostuums en hoeden van de Oud-Gelovigen.

Alden heeft de actie een paar eeuwen verplaatst naar het communistisch Rusland. Twee gebogen wanden vormen telkens een nieuwe scènebeeld, terwijl laag geplaatste verlichting strak uitgesneden schaduwen werpen. In het algemeen is het een uitstekende productie, alhoewel voor de "verzoeningsscène" van de Streltsy met hun vrouwen voor de seksuele gemakkelijkheidsoplossing gekozen wordt. De Perzische danseressen worden gereduceerd tot één slavin, die dan ook nog eens Khovanski vermoordt.

Hoedanook vind ik deze voorstelling een eerste kandidaat voor de titel van productie van het seizoen.

Publicatie: zaterdag 1 november 2014 om 15:28
Rubriek: Opera