Il Grand' Inquisitor

Werner Van Mechelen in de Munt

Tot voor kort was José Van Dam de enige Belgische zanger die de kans kreeg om zich in de Munt te bewijzen als liedzanger. Ik weet niet of het een bewuste politiek is, maar vorig jaar trad Sophie Karthäuser op en gisteren was het de beurt aan Werner Van Mechelen om samen met Eric Schneider een liedrecital te geven... en daarmee aan te tonen dat ook in ons land liedtalent rondloopt.

De dagen rond Allerzielen hebben als inspiratie gediend om een Duitstalig programma op te bouwen rond dat thema van "Allerseelen". De avond begon dan ook met Schuberts Litanei auf das Fest aller Seelen en (bijna) op het einde kwam Allerseelen van Strauss. Tussendoor stonden ook nog liederen van Mahler op het programma.

Een van de eerste dingen die opvalt bij Werner Van Mechelen is zijn uitstekende uitspraak. Ook de minder bekende liederen zijn perfect verstaanbaar. Daarenboven is er weinig aan te merken op zijn interpretatieve keuzes, eerbied voor de componist en de tekstdichter staan voorop. Ook op vocaal vlak blijft er weinig te wensen over... al kroop er af en toe een tremolo op zijn piano aangehouden noten, waardoor de toon onstabiel en de intonatie niet meer perfect zuiver was. Meest opvallend was dit in Nachtstück op het moment dat de bomen beginnen te fluisteren. Maar het deed nauwelijks afbreuk aan een voor de rest hypnotiserende vertolking van deze Mayrhofer-compositie.

Zijn lage noten zijn - in vergelijking met bijvoorbeeld de tijd toen hij Alberich zong in Luik - ook meer ontwikkeld en resonanter geworden. Die zijn essentieel voor een lied als Totengräbers Heimweh, waarvan hij een van de beste vertolkingen gaf die ik recent gehoord heb. Hij begon gedreven aan het lied, hield terug in het tweede deel met onder andere een intensiteit die aan "Der Doppelgänger" doet denken als hij "das Kreuz in der Hand" aan de rand van het graf staat, om groots te eindigen.

Het Mahler-blok bevatte slechts drie liederen, maar wel een aantal van de meest overweldigende liederen die Mahler geschreven heeft. Hij wist Um Mitternacht goed te doseren, maar Ich bin der Welt abhanden gekommen liet geen hartverscheurend gevoel achter bij mij. Dat lag misschien ook aan Eric Schneider die, regelmatig afgeleid door het gehoest in de zaal, een redelijk excentrieke pianopartij speelde die zoals gewoonlijk meer op transparantie en heldere, metalen klanken gericht is dan op allesomvattende warmte.

Om te eindigen brachten ze naast bekende Straussliederen - het onvermijdelijke Zueignung, een sfeervolle Die Nacht of een heel mooie Morgen - ook een aantal minder bekende werken. De drie Rückert-liederen (Opus 87) kende ik niet echt, maar bijvoorbeeld Und dann nicht mehr is een lied dat te ontdekken is. Er kwamen nog twee bisnummers... Strauss' Traum durch die Dämmerung en Schuberts Erlkönig, waar de drie karakters ook visueel duidelijk gemaakt werden en enkel de rol van de verteller iets te dramatisch was naar mijn smaak.

Publicatie: maandag 5 november 2012 om 19:10
Rubriek: Liedrecital