Les contes d'Hoffmann in het PSK
Tijdens het Galaconcert van de Muziekkapel Koningin Elisabeth krijgen de studenten de kans om op te treden met een orkest, in dit geval het Nationaal Orkest van België onder leiding van Theodor Guschlbauer, voor een volle zaal van het PSK... al dan niet samen met hun leraars/mentors. De Muziekkapel heeft ook niet-zingende studenten en tijdens de eerste helft van het concert werd een Mozart-concerto voor drie piano's (KV. 242) en Bruchs vioolconcerto opgevoerd. Maar ik was uiteraard vooral geïnteresseerd in het deel na de pauze met fragmenten uit Les contes d'Hoffmann.
Offenbachs opera biedt allerlei mogelijkheden voor een uiteenlopende groep zangers, afgezien van het probleem van de hoofdrol. De tenor Yury Haradzetski, tevens laureaat van de jongste Elisabethwedstrijd voor zang, kreeg die ondankbare rol toebedeeld. In de fragmenten uit het Olympia-bedrijf kon hij zich nog overeind houden. De Giulietta-scène ging wel zijn mogelijkheden te boven, gelukkig was hij wijs genoeg om niet de Kleinzach-aria te zingen.
"Les oiseaux dans la charmille" is een evidente keuze voor dit soort galaconcerten. Helen Kearns, ook een oud-Elisabethwedstrijddeelneemster, worstelde zich door het eerste deel van de aria met weinig vlotte loopjes en dunne hoge noten. Nadat ze een eerste keer was stilgevallen en terug in gang gezwengeld werd door José van Dam, zong ze beter en zelfverzekerder.
Lies Vandewege was onlangs in Elias te horen en nu zong ze Giulietta. Ze heeft de uitstraling voor de rol en haar interactie met de Dapertutto van José Van Dam was uitstekend. Ik hoor wel liever een iets dramatischere stem in deze rol, maar los daarvan heb ik het gevoel dat ze een van de meer beloftevolle jonge Belgische sopranen is. Het is trouwens vreemd dat zij of Kearns niet Antonia's "Elle a fui, la tourtelle" gezongen hebben.
Er waren zo nog wel een paar ontbrekende aria's. Ondanks de aanwezigheid van een Nicklausse, Camille Merckx, werd geen van zijn aria's opgevoerd. De korte interventies van Merckx lieten een unieke klank horen, die ik wel iets langer had willen beluisteren. Naast Haradzetski was er ook nog Giovanni Tristacci (die een paar noten van Andrès mocht zingen). Frantz' aria is een leuke aria en moet zeker binnen hun mogelijkheden gelegen hebben, maar ontbrak dus ook.
Ronan Collett lijkt een veelbelovende zanger te zijn, maar misschien moet hij wel overwegen om zijn omschrijving als "bas" te herzien. Want zelfs de lage noten van Lindorf hadden weinig draagkracht. Dat José van Dam geen lage noten meer heeft, is geen nieuws. De Ogen-aria van Coppélius kan hij nog overtuigend zingen. Dapertutto's "Scintille, diamant" was daarentegen pijnlijk.
Publicatie: vrijdag 28 januari 2011 om 19:43
Rubriek: Opera