Il Grand' Inquisitor

Festival d'Aix-en-Provence 2010

Het 62ste Festival d'Aix-en-Provence is het eerste seizoen dat volledig in handen is van Bernard Foccroule. Het festival begon op 1 juli met een nieuwe productie van Don Giovanni. Vorige week ging Pygmalion als laatste productie in première. Het is dan ook dringend tijd om de reacties in de Franse kranten te bekijken.

Er werd uitgekeken naar de visie van Dmitri Tcherniakov op Don Giovanni. De krantenrecensenten zijn unaniem over de mislukking van deze productie. Het idee om alles te laten afspelen op één locatie - ten huize van de Commendatore - kan nog op enige clementie rekenen. Maar de ingrepen van Tcherniakov gaan iets te ver. Zo bedenkt hij allerlei onzinnige familierelaties tussen de verschillende karakters. De meest originele is waarschijnlijk dat Zerlina de dochter van Donna Anna is, uiteraard uit een eerder huwelijk... De Don heeft weinig edele charisma en is een mislukkeling. Télérama omschrijft hem als een "zombie neurasthénique" en een "pantin épileptique". Het verbaast dan ook niet dat het publiek enigszins geweldadig reageerde op de première.

Voor het muzikaal deel gaat er wel veel lof naar Louis Langrée die het Freiburger Barockorchester dirigeerde. In een eerder interview in Le Figaro - Je veux convaincre, pas imposer - kondigde hij ook wel een paar ingrepen aan, zoals een chaotische strijkersgroep die niet noodzakelijk allemaal dezelfde gecoördineerde strijkersbewegingen maken. De bezetting was aan de vrouwelijke kant middelmatig. Kyle Ketelsen was als Leporello de beste zanger van de avond. De meningen zijn verdeeld over de Don Giovanni van Bo Skovhus.

Het Freiburger Barockorchester zat weer in de orkestbak voor Glucks Alceste, deze keer onder de leiding van Ivor Bolton.

De enscenering van Christof Loy krijgt echter een gemengde beoordeling. Het publiek was naar verluidt even misprijzend als voor Don Giovanni. De Griekse mythologie krijgt een symbolistische behandeling waarin kinderen een hoofdrol spelen. Volgens AFP houdt hij zich te veel bezig met het koor en laat de solisten te veel aan hun lot over.

Maar dat weerhoudt de Franse kranten er niet van om de Alceste van Véronique Gens - ongetwijfeld terecht - de hemel in te prijzen. Ze komen adjectieven te kort om haar uitstraling en haar stem te beschrijven die heel de voorstelling domineert.

In tegenstelling tot de twee eerste opera's, kreeg een Stravinsky-avond een staande ovatie. Het publiek en de recensenten lieten zich charmeren door de feërieke wereld die Robert Lepage bedacht had voor Le Rossignol. Het werk werd voorafgegaan door andere "beestige" fabels van Stravinsky, van de Berceuses du chat tot Renard, die door Lepage uitgebeeld werden met Chinees schaduwtheater. Voor Le Rossignol ging hij eerder de Japanse toer op. Op een groot wateroppervlak bedienen de zangers Japanse marionetten die hun rol weerspiegelen.

Op muzikaal vlak was het ook een succes met Olga Peretyatko als de nachtigaal en met Kazushi Ono als dirigent van het orkest van de Opéra de Lyon. Deze productie wordt onder andere ge-co-produceerd met De Nederlandse Opera.

De Argentijnse componist Oscar Strasnoy heeft in opdracht van het festival de kameropera Un retour geschreven, die in Aix zijn wereldcreatie beleefde. De opera is gebaseerd op de roman "El regreso" van Alberto Manguel, die ook het libretto schreef. Het verhaal gaat over een man die na dertig jaar terugkeert naar zijn dorp waaruit hij gevlucht was voor de dictatuur en nu weer geconfronteerd wordt met zijn verleden.

Strasnoy creëert met beperkte middelen - twee piano's, percussie en twee koperblazers - een volledige orkestklank die lijkt terug te keren naar het idioom van Messiaen en Berio uit de jaren 1970. Hij lijkt niet overtuigend voor stemmen te schrijven; alles zou nogal snel uitdraaien op een monotone declamatie van de tekst.

Thierry Thieû Niang leverde wel een pure en intelligente enscenering af.

De laatste productie van het festival is niet echt een opera, maar een "acte de Ballet", Pygmalion van Rameau. Als dramatische tegenhanger voerden Les Arts Florissants onder leiding van William Christie in het eerste deel fragmenten uit van Hippolyte et Aricie.

Trisha Brown zorgde in haar bekende stijl - denk aan haar enscenering van Orfeo in de Munt - voor de regie en choreografie. Sophie Karthäuser zong de rol van L'Amour als luchtacrobate. Ed Lyon zong de titelrol.

Publicatie: woensdag 21 juli 2010 om 15:04
Rubriek: Nieuws