Rigoletto in Luik
Het is weer een paar jaar geleden dat we nog eens een regie van Philippe Sireuil in België hebben gezien... en wat was weer zijn handelsmerk ? Juist ja, stoelen en schommels. Allebei komen ze voor in zijn nieuwe productie van Rigoletto in Luik.
Die schommel is het attribuut van de - op dat moment nog kinderlijke en onschuldige - Gilda tijdens "Caro nome". De stoelen zien we vooral in het paleis van de Hertog. Maar zoals gewoonlijk heeft Sireuil ook nu weer een sobere enscenering gemaakt. In een eenheidsdecor van twee vormeloze muren valt vooral zijn effectvol gebruik van de belichting op.
De Waalse Opera heeft voor deze kaskraker twee bezettingen voorzien. Ik hoorde gisteren de eerste bezetting.
De titelrol werd gezongen door Mark Rucker. In tegenstelling tot zijn eerdere optreden in Luik als Macbeth, vond ik zijn Rigoletto een stuk overtuigender, in hoofdzaak door zijn veel genuanceerdere vertolking. In zijn grote "Cortigiani"-scène kwam zijn nonchalance, zijn woede en zijn schijnbare berusting goed tot uiting.
Cinzia Forte was een dubbele Gilda. Het eerste bedrijf ligt haar niet zo goed. Ik had moeite om te geloven in de naïveteit van haar "Caro nome". Maar na haar ontmaagding door de Duca, werken haar licht dramatische kleuren veel beter in "Tutte le feste" en nog meer in haar gesmoord gezongen sterfscène.
Arturo Chacón-Cruz heeft bijna alles om een goede Duca te worden... de stem (vooral het forte), de noten (inclusief een lang aangehouden hoge slotnoot in "La donna è mobile") en zelfs een zeker stijlgevoel. Maar hij moet nog leren iets te doen met die stem. Nu klinkt alles nog veel te veel het zelfde. Niet dat de Hertog nu meteen een meerdimensionale persoonlijkheid heeft. Maar je mag toch enige differentiatie verwachten tussen "Questa o quella" en zijn verleiding van Gilda. Enkel bij "Parmi veder le lagrime" had ik even het gevoel dat hij het meende.
Publicatie: woensdag 24 maart 2010 om 19:48
Rubriek: Opera