Otello in München
Van alle opera's van Verdi is Otello ongetwijfeld het moeilijkst te bezetten, vooral dan de titelrol. Het is dan ook al van de Joosten-productie in de Vlaamse Opera geleden dat ik nog eens een live-Otello heb kunnen meemaken.
Voor de gelegenheid hebben ze de 10 jaar oude productie van Francesca Zambello uit de kast gehaald. Het scènebeeld bestaat uit een stalen constructie met een soort transportbanden. Aan de kostuums te zien heeft Zambello de handeling verplaatst naar het begin van de 20ste eeuw. Maar afgezien daarvan is het een libretto-getrouwe interpretatie.
De vraag is natuurlijk hoe de Otello van dienst presteert.
Johan Botha heeft niet het zware timbre van een dramatische tenor, maar hij heeft wel het uithoudingsvermogen en de slagkracht om de rol tot een goed einde te brengen. Hij is voldoende intelligent om zijn stem niet aan te passen aan de verwachtingen die gevormd werden door historische Otello's. Daardoor blijft zijn stem altijd mooi klinken, ook in de hoogte is hij vastberaden. Hij slaagt erin om de liefhebbende Otello van "Già nella notte densa" perfect af te laten wisselen met de jaloerse Otello van "Dio mi potevi!". Als hij zich op het einde bewust wordt van de intriges van Iago, stort zijn wereld in en zingt hij een ontroerend mooie "Niun mi tema!".
De sopraan Adrianne Pieczonka is een vaste gast in München. Ze is echter vooral een betrouwbare sopraan, die meestal niet al te diep graaft, maar wel mooi en correct zingt. Haar Desdemona blijft daardoor wat op de achtergrond. Ze blijft meestal hangen op een zelfde geluidsniveau tegen het forte aan. Op geen enkel moment laat ze een mooi piano horen. Terwijl ik dat in haar Wilgenlied en zeker in het "Ave Maria" toch verwacht.
Een andere vaste waarde in München is Lucio Gallo. Als bijna de enige Italiaan in de bezetting, viel het op dat hij het onduidelijkst Italiaans zong. Dat is echter niet de enige reden waarom ik zijn Iago niet overtuigend vond. Als hij forte moet zingen, dan begint hij iets te veel te roepen. Zijn "Credo" brult hij zo totaal in de vernieling. "Era la notte" zong hij gelukkig wat meer richting piano, waardoor op zijn minst deze aria bijna goed klonk. Hij moet het vooral hebben van zijn acteerspel door boze, dreigende of triomfantelijke blikken de zaal in te sturen... want dan eerder lachwekkend werkt.
Bertrand de Billy stond in de orkestbak. Na de vorige dagen Carignani en Zanetti gehoord te hebben, komt zijn dirigeerprestatie wel heel spanningsloos en tam over. Vooral de eerste twee bedrijven waren weinig opwindend, ondanks de briljante muziek die Verdi geschreven heeft. Na de pauze leek hij iets meer zijn draai gevonden te hebben.
Publicatie: zondag 26 juli 2009 om 08:30
Rubriek: Opera