Luisa Miller in Antwerpen
De Vlaamse Opera opent het seizoen zoals het vorig seizoen geëindigd is: met Giuseppe Verdi. Luisa Miller wordt opgevoerd in een nieuwe productie van Guy Joosten, die nog maar eens een vrij podium krijgt om zijn minachting voor Verdi ten toon te spreiden.
Het is verbazend hoe Joosten erin slaagt om alsmaar nieuwe artistieke dieptes te bereiken. Het begon nochtans redelijk. Tijdens de ouverture wordt uiteraard de moord op de vorige graaf geënsceneerd... dat daarbij liters bloed smakeloos in het rond spatten valt nog te aanvaarden, en ook dat de "clou" - dat Rodolfo van de stervende graaf de identiteit van zijn moordenaars verneemt - voor de gemakkelijkheid niet getoond wordt. Ik kan zelfs nog begrijpen dat Guy Joosten nooit in Tirol of Oostenrijk is geweest en dus niet weet dat luidende klokken - zelfs de eerste beste koe draagt daar een bel - daar de normaalste zaak van de wereld zijn... en dat er dan hoegenaamd geen enkele reden is om iedereen als van de hand Gods geslagen te laten verstijven als in het eerste bedrijf de kerkklokken beginnen te luiden.
Maar de hele scene tussen Federica en Rodolfo is een voorbeeld van wat je moet doen als je vooral het libretto of de muziek niet wenst te volgen. In plaats van dat Federica verontwaardigd is over de afwijzing van Rodolfo, begint ze zich uit te kleden en werpt zich vol overgave op Rodolfo in een poging om hem zo te verleiden. En waarom Federica een ooglapje draagt, is ook niet duidelijk. Waarschijnlijk denkt Guy Joosten dat ze een tweelingzus van Eboli is, of zo.
Verder wordt de grote scene van Wurm en Walter in het tweede bedrijf verstoord door hen een potje "American Pool" te laten spelen. Veel biljarttafels zullen er in 17e eeuw in Tirol wel niet gestaan hebben; maar ja... je kunt toch moeilijk twee bassen zomaar een kwartier alleen maar laten zingen zonder die scene wat "op te fleuren".
Verder slaagt hij er ook in om de enige echte meezinger uit de opera, "Quando le sere al placido", volledig om zeep te helpen. Daarvoor moet je weten, dat het decor uit een grote muur bestaat op een draaiplateau, en die zo de scene in twee deelt: met aan de ene kant de wereld van Luisa en andere kant die van Rodolfo. Dat draaiplateau heeft het grote voordeel dat daarmee de verschillende scenewisselingen snel kunnen uitgevoerd worden. Maar Guy Joosten had ook het idee om dat draaiplatform te misbruiken om het tijdens Rodolfo's aria doelloos een paar toertjes te laten draaien. Op zich geen probleem, als heel die installatie niet zou kraken dat het een lieve lust is en als het gezoem van de motoren het orkest niet zou overstemmen.
Bij een Joosten-productie moet er natuurlijk ook altijd een zweempje erotiek - of wat daar in Joostens wereldbeeld voor moet doorgaan - aanwezig zijn. Op het einde van het tweede bedrijf stort Rodolfo zich dus op Federica om haar te verkrachten.
Je ziet... de geniale invallen zijn grenzeloos. Geen wonder dat de MET staat te springen om hem te engageren. Maar het beste moet nog komen.
In het laatste bedrijf verandert hij helemaal het karakter van Luisa door haar bewust zelfmoord te laten plegen. Ze heeft namelijk gezien dat Rodolfo het vergif in het glas water heeft gedaan. En net daarvoor wilde ze zich nog met een dolk doorsteken, wat enkel verijdeld werd door de komst van Rodolfo. Gewoon geniaal... dat nog niemand anders het inzicht had dat Verdi Luisa's karakter verkeerd begrepen heeft toen hij die scene op muziek zette.
Het slaat natuurlijk allemaal nergens op. Maar voor idiote, onzinnige ensceneringen is Guy Joosten bij de top van wat je tegenwoordig kunt krijgen. Het boegeroep dat hij na de voorstelling mocht incasseren, was dan ook wel verdiend.
De casting van de Vlaamse Opera had de bui waarschijnlijk zien aankomen en had een heel sterke bezetting voorzien om de voorstelling toch nog op muzikaal vlak te redden.
Fiorella Burato had voor de vakantie nog een schitterende Violetta gezongen in La Traviata. En aangezien Luisa en Violetta op vocaal vlak vergelijkbare eisen stellen, was Burato de logische keuze. Ook nu zingt ze een prachtige Luisa en toont dat er nog altijd zangers bestaan die de Verdi-stijl begrijpen.
Haar Rodolfo was Carl Tanner, eerder in de Vlaamse Opera al te horen als Dick Johnson in "Fanciulla". Toen vond ik hem niet fameus, maar de meer lyrische rol van Rodolfo ligt hem duidelijk beter. Bruno Caproni kennen we ook al van zijn Rigoletto (nog zo'n Joosten-gedrocht). Zijn rijke bariton is perfect voor de rol van Luisa's vader... "Sacra la scelta" en de daaropvolgende cabaletta hoorden bij de hoogtepunten van de avond.
Ook de twee bassen zijn van hoog niveau. Het is lang geleden dat we Urban Malmberg nog in Antwerpen gehoord hebben, maar nu is hij terug als Wurm. En Askar Abdrazakov zingt de rol van Graaf Walter. Persoonlijk zou ik de twee rollen wel verwisseld hebben. Abrazakov heeft een "zwartere" bas, die beter zou passen bij Wurm. En Urban Malmberg komt dan weer edeler over, wat hem een goede graaf zou kunnen maken. Maar Joostens typecasting zal hier wel voor iets tussen zitten, vermoed ik.
Publicatie: zondag 21 september 2003 om 20:26
Rubriek: Opera