Simon Keenlyside in de Munt
Het is al van 2000 geleden dat Simon Keenlyside nog eens een liedrecital gegeven heeft in de Munt. Ik was daar indertijd niet echt van onder de indruk en vond hem maar een matige liedzanger (in tegenstelling tot zijn kunnen als operazanger). Ondertussen is hij al een stuk verbeterd, maar in het liedrecital dat hij vandaag in de Munt gaf, kon hij mij toch nooit echt ontroeren.
De liederen van Fauré die hij uitgekozen heeft, waren sowieso al niet van het aangrijpende soort. Mandoline was een leuke opener, Fleur jetée werd een grootse opera-aria (zij het met een krakende noot op het einde). En sourdine was heel mooi met een schitterend gebruik van voix mixte, net zoals het verfijnde Notre amour. Vaak was het echter Malcolm Martineau die het meest opviel, zoals met een onwezenlijk ijle uitvoering van Madrigale. Van Le papillon et la fleur maakte hij dan weer pure Franse salonmuziek.
Ik was meer mee met de uitvoering van Histoires naturelles. Zoals bekend, zijn het prozastukjes die Ravel geniaal op muziek gezet heeft. Simon Keenlyside hield me constant in de ban met zijn vertelling, vooral bij Le grillon zat ik op het puntje van mijn stoel. Maar ook hier weer was het Martineau die de pauw liet krijsen... het water waar de zwaan over glijdt, laat sprankelen... of het gevecht in het kippenhok volop laat uitbarsten.
Na de pauze schakelden ze over op Schumann en diens Dichterliebe. Het is vaak indrukwekkend wat Keenlyside allemaal doet, maar hij heeft me nooit geraakt. Daarvoor was zijn globale interpretatie te agressief naar mijn smaak. De gedichten van Heine beginnen vaak met rozengeur en manenschijn, maar op het einde komt er altijd een doorn of een wolk voorbij. Dat subtiele balanceren tussen twee uitersten, was in deze Dichterliebe te vaak afwezig... met een overwegende aanwezigheid van de doornen en wolken.
Desalniettemin waren er toch een paar interessante momenten. Een daarvan was Im Rhein, im heiligen Strome waarbij hij met zoete liefde over het schijnbare evenbeeld van zijn geliefde in de Keulse Dom zingt, om dan met bijna roepende stem het lied te besluiten. Dat verscheurde hart komt ook terug in Ich grolle nicht, maar daar is het Martineau die de emoties laat oplopen. En meteen daarna komt een ragfijn Und wüßten's die Blumen.
Het uitzinnige publiek - er zaten blijkbaar een paar fans in de zaal - liet ze nog een paar keer terugkeren voor bisnummers. Als eerste was dat het Schwanengesang-Ständchen, gevolgd door twee Mörike-Lieder die hij vlak na elkaar zong, met als eerste het delicate Auf eine Christblume II. Daarna vatten ze de hele Fliegende Holländer samen in de paar minuten van Lied vom Winde. Het nadeel van deze iets minder bekende Wolf-liederen is dat het een efficiënte manier is om het publiek de zaal uit te jagen. Er lag nog een vierde bisnummer klaar op de piano, maar dat hebben we niet meer te horen gekregen.
Het recital werd opgenomen en zal op 29 december 2008 uitgezonden worden op klara.
Publicatie: maandag 24 november 2008 om 23:15
Rubriek: Liedrecital