Verdi Requiem in het PSK
Net zoals vorig jaar, geeft de Munt ook dit jaar een Requiem in de periode rond Allerheiligen. Deze keer staat het Messa di Requiem van Verdi op het programma, met Mark Wigglesworth als dirigent.
Voor de gelegenheid kreeg het Muntkoor zelfs versterking van het koor van de Vlaamse Opera... dat moet een unicum zijn, denk ik. Dat gigantische koor van pakweg 80 personen of meer heeft uiteraard geen probleem om overdonderend uit de hoek te komen tijdens het "Dies irae" en al zijn reprises. Maar het kan zich ook terugplooien tot een zacht pianissimo zoals bij het begin van het Requiem of expressief sissen tijdens het eerste "Dies irae".
De vier solisten waren redelijk. Enkel de mezzo Anna Larsson sprong er op een positieve manier uit dankzij haar muzikaliteit. Haar stem is soms net iets te klein voor deze partij, zoals tijdens haar "Liber scriptus" (dat uitgevoerd werd in een versie voor mezzo, koor en GSM). Maar haar inzet van het "Lux aeterna" was wel heel mooi met een lang en traag opgebouwd crescendo.
De tenor Fabio Sartori is een typische, kort afgezaagde, Italiaanse tenor met veel zon in zijn stem. Zijn inzetten waren wel niet altijd even juist. Toen hij het "Ingemisco" bijna forte begon, vermoedde ik dat ik naar het verstillend slot van deze 'aria' zou kunnen fluiten. Dat was inderdaad het geval, maar ook in de rest van het "Ingemisco" zat er weinig variatie en kon hij mij niet ontroeren... terwijl ik dit toch een van de meest aangrijpende stukken van dit Requiem vind. Anderzijds deed hij wel een poging om het "Hostias" mezza voce te zingen.
Carlo Colombara heeft vorig seizoen Padre Guardiano gezongen in de Munt. Hij kon mij toen niet echt overtuigen en ook nu was dat niet het geval. In de diepte klink zijn bas wel mooi sonoor. Maar ik had graag wat meer variatie gehad in zijn "Confutatis maledictis".
Tenslotte was er de sopraan Marina Poplavskaya. Zij is een opkomende "ster" gezien haar recente optredens in Covent Garden en op de Salzburger Festspiele. Haar manier van zingen doet me soms aan Kasarova denken en dan vooral omwille van het feit dat ze ook allerlei onnoembare dingen doet met haar kinnenbak. Het ziet er allemaal gespannen uit, maar tot nu toe klinkt het allemaal nog redelijk goed.
Haar grote scène is het slotdeel "Libera me". Het recitatief probeert ze dramatisch te interpreteren. Maar haar lage noten hebben niet het nodige gewicht om als een spinto-sopraan over te komen... waardoor het al snel geaffecteerd en pseudo-dramatisch wordt. Dat geaspireerd zuchten op 'tremens factus sum ego et timeo' doet er ook geen goed aan. Als ze na het laatste "Dies irae" het "Requiem" herneemt, dan produceert ze wel een aantal etherische klanken. Daarbij opent ze haar armen, kijkt als in een trance naar het plafond van het PSK en vouwt daarna haar handen samen in een devoot gebed. Je zou het kunnen omschrijven als dramatische inleving - en ik twijfel niet aan haar oprechtheid - maar ze zou die energie misschien beter gebruiken om haar hoge, weliswaar pianissimo, noot minder hees te zingen... Naar verluidt komt ze de volgende seizoenen nog terug naar de Munt.
Publicatie: dinsdag 4 november 2008 om 22:45
Rubriek: Oratorium